Er is mogelijk een vaccin op komst tegen de marburgkoorts, een uiterst besmettelijke, vaak dodelijke op ebola lijkende hemorragische koorts. Een vaccinkandidaat die is ontwikkeld door het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID) laat veelbelovende resultaten zien. Onlangs publiceerde medisch vaktijdschrift The Lancet over dit onderzoek.
Het marburgvirus werd in 1967 ontdekt toen laboratoriumpersoneel in de Duitse universiteitsstad Marburg de ziekte opliep na contact met besmet apenweefsel uit Oeganda. Bij die uitbraak werden 29 mensen ziek, waarvan er 7 overleden. Marburg heeft ongeveer dezelfde symptomen als ebola: hoge koorts, diarree, misselijkheid, spierpijn, hoofdpijn, pijn op de borst, keelpijn en braken. Net als bij het ebolavirus raken ook de bloedvaten ontstoken, met ernstige bloedingen uit verschillende lichaamsopeningen tot gevolg, die vaak dodelijk zijn.
Na de ontdekking van het virus zijn er meerdere Marburg-uitbraken geweest, allemaal in Afrika. Grote uitbraken vonden plaats in de Democratische Republiek Congo tussen 1998 en 2000 (128 doden), en in Angola in 2005 (329 doden). Tijdens de zomer van 2022 maakte het virus drie personen ziek en overleden er twee in Ghana. Op dit ogenblik woedt er een uitbraak in Equatoriaal Guinea, met negen dodelijke slachtoffers sinds begin januari 2023.
Marburg is een zoönotische infectieziekte die van zoogdieren op mensen overgedragen kan worden. In 1967 waren het apen uit Oeganda, maar vaker zijn vleermuizen de bron van de besmetting. Vervolgens gaat het virus van persoon tot persoon, door direct contact met lichaamsvloeistoffen, dan wel door indirecte besmetting door oppervlakken en materialen die met dergelijke vloeistoffen zijn besmet. Net als ebola is Marburg een ziekte met een hoge mortaliteit. Gemiddeld is die 50% maar in sommige gevallen loopt die op tot 88%, afhankelijk van de virusstam en de behandeling van de patiënten. Er bestaat geen geneesmiddel tegen het marburgvirus en behandeling bestaat dan ook vooral uit rehydratietherapie en symptoombestrijding. Wel wordt er gewerkt aan onder andere plasmageneesmiddelen en therapeutische vaccins.
Mogelijk is er nu ook zicht op een profylactisch vaccin. Het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID) ontwikkelde een vaccin en daarvan zijn de eerste resultaten veelbelovend. Het is een eenmalig toe te dienen vaccin, bestaande uit een adenovirale vector van de chimpansee, die een gen draagt dat codeert voor een glycoproteïne van het virus. In een fase-I studie met 40 gezonde vrijwilligers werd geen enkele bijwerking geconstateerd, en bleken 95% van de vrijwilligers vier weken na inenting antilichamen tegen Marburg in het bloed te hebben. Na 48 weken was de beschermingsgraad nog altijd hoog: ongeveer 70%.
Er staan nu vervolgstudies op stapel, in de Verenigde Staten, in Kenia en Oeganda, en ook in Ghana wanneer er zich een uitbraak voordoet.
Referenties