Het Rijksinstituut voor Milieuhygiene (RIVM) heeft een onderzoek gepubliceerd naar microbiologische gevaren in consumentenproducten, die niet in de categorie voedsel vallen. Het blijkt dat virussen, schimmels, gisten en bacteriën niet alleen via voeding mensen ziek kunnen maken, maar ook door aanraking en inademing. Het onderzoek richt zich op allerlei producten die gewoon te koop zijn zonder recept (medicijnen vallen dus niet binnen het kader van het onderzoek). Denk aan cosmetica en verzorgingsproducten maar ook aan speelgoed, tuinproducten, wasmiddelen, kantoorartikelen en zelfs huisdieren.
Consumentenproducten die geen voedsel zijn worden op grote schaal gebruikt. Toch zijn er in de literatuur maar zeven uitbraken van een infectieziekte beschreven waarin dit soort producten een rol hebben gespeeld. Mogelijk spelen consumenten producten anders dan voedsel slechts een bescheiden rol in de verspreiding van infectieziektes. Dat kan veranderen: Nederland streeft ernaar om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, en dat houdt in dat veel grondstoffen hergebruikt zullen worden. Dat kan leiden tot nieuwe microbiologische risico’s, als er in het productieproces geen rekening met mogelijke besmettingen wordt gehouden.
De onderzoekers van het RIVM stelden vast waar de risico’s liggen in diverse soorten consumentenproducten. De grootste boosdoeners onder de microben waren Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa, Staphylococcus aureus, Candida albicans en Serratia marcescens.
De meeste risico’s worden gezien bij speelgoed waarbij zeepbellen een rol spelen, gevolgd door speelgoed met verf (schmink, vingerverf etcetera) en speelgoed met klei of modelleerpasta.
Hier worden relatief de meeste bacteriën en microben aangetroffen bij huidverzorgingsmiddelen, haarverf en badschuim. Maar er zijn ook besmettingen in kindercosmetica aangetroffen. Zelfs tatoeerinkt blijkt soms voor infecties te kunnen zorgen. In cosmetica zijn de meest aangetroffen micro-organismen P. aeruginosa, Klebsiella oxytoca, B. cepacia, S. aureus, E. coli, C. albicans, Enterobacter gergoviae en S. marcescens. Besmetting kan al plaatsvinden tijdens het productieproces, bijvoorbeeld door lijfelijk contact, gebruik van besmette ingredienten of via een besmette productielijn.
Een specifieke categorie waar veel mis kan zijn als het om besmettingen met micro-organismen gaat zijn medicinale kruiden en producten die daarop gebaseerd zijn. De aanwezigheid van microben kan behoorlijk groot zijn, en dat heeft vaak alles te maken met het land van herkomst en hygienische maatregelen tijdens de teelt, oogst en verdere verwerking van de kruiden. Het kan gaan om aerobe bacteriën, die via de lucht de planten bereiken, maar ook bacteriën die doorgaans in ontlasting worden aangetroffen. Gisten en schimmels komen ook voor. Traditionele Chinese kruiden blijken volgens verschillende onderzoeken vaak met micro-organismen besmet te zijn. Soms gaat het daarbij om potentieel gevaarlijke organismen, zoals E. coli, S. aureus of Salmonella. Maar ook kruidenremedies uit Indonesië (jamu), Kenia, Brazilië en Servië draagt vaak micro-organismen mee. In essentiële oliën zijn evenwel geen bacteriën of schimmels aangetroffen.
Ook producten voor de tuin kunnen allerlei schadelijke micro-organismen bevatten. Mest, compost en tuinaarde bevatten eigenlijk altijd wel allerlei bacteriën en schimmels. Het is vaak ook niet duidelijk waar de compost vandaan komt en hoe hij is gemaakt. Sommige schadelijke micro-organismen vinden in compost en mest wel een ideale voedingsbodem. In een test van compost dat bestond uit groenafval en papier bleken salmonellabacterien wel drie maanden te overleven. Tuinaarde die mest bevat is nog een veel grotere mogelijke bron van zoönotische infecties. Vaak bevatten die Salmonella en E. coli maar ook Legionella wordt aangetroffen. Gelukkig ondergaan compost en mest in Europa doorgaans wel een aantal bewerkingen die het besmettingsrisico verkleinen. Mest die niet op compostbasis is samengesteld ondergaat die bewerkingen niet en dat brengt dus een hoger besmettingsrisico mee. Fosfor- en stikstofrijke mest die uitwerpselen van vogels en vleermuizen bevat kan bijvoorbeeld de schimmel Histoplasma capsulatum bevatten, de veroorzaker van de ziekte histoplasmose. En sinds kort worden bacteriën ook gekweekt om plantengroei te bevorderen, zogeheten biopesticiden. Er is nog niet voldoende onderzocht of mest met zulke organismen mogelijk ziektes kan veroorzaken.
Ook onze huisdieren kunnen soms allerlei ongewenste gasten met zich meedragen. Zelfs aquariumvissen kunnen ziektes veroorzaken en dragers zijn van pathogenen en van resistente bacteriën. Daarnaast kan het aquariumwater een bron van legionella zijn, en wordt ook de cholerabacterie er soms aangetroffen.
Als we naar honden en katten kijken, dan kan het voedsel een bron van micro-organismen zijn, en daarnaast ook hun speeltjes, manden en dergelijke. Salmonella is de meest voorkomende boosdoener, maar ook de dieren zelf dragen soms mogelijke ziekmakers mee. Bij 29% van alle gezonde puppies komt Campylobacter voor, en Brucella canis wordt zelfs bij 30% van alle honden gevonden, en bij 27,6% van alle honden in een onderzoek kwam Salmonella voor. Katten dragen ook ziekteverwekkers mee zoals Bordetella, Helicobacter, Francisella, Toxoplasma en Yersinia. Die laatste bacterie is berucht als veroorzaker van de pest.
Bron