De term ‘apenpokken’ was in Nederland al door het RIVM in de ban gedaan, en nu is ook de Engelstalige benaming ‘monkeypox’ taboe. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gebruikt per direct een andere naam om de ziekte mee aan te duiden: mpox. De term monkeypox wordt als onnodig stimatiserend en discriminerend gezien. De naam mpox is gekozen na een openbaar raadgevingsproces voor een nieuwe naam. Het RIVM heeft al laten weten voortaan ook de term mpox te zullen gebruiken, maar in sommige communicatie-uitingen komen de oude termen nog wel voor omdat de term mpox nog niet is ingeburgerd.
De verwijzing naar apen komt doordat het virus eind jaren ’50 voor het eerst bij primaten in Afrika werd aangetroffen, en in 1970 werd de eerste menselijke besmetting vastgesteld in de Democratische Republiek Congo. De term monkeypox is dus ruim 60 jaar door de WHO gebruikt. Het is de eerste keer dat een dermate ingeburgerde term na zo’n lange tijd wordt geschrapt. Bij COVID-19 was de WHO er veel sneller mee om alle geografische verwijzingen uit te bannen. Nieuwe varianten van het virus werden aanvankelijk nog met een plaatsaanduiding benoemd, maar dat veranderde al snel in Griekse letters.
Critici wezen de WHO er al geruime tijd op dat de term monkeypox dubieus was. Juist omdat de ziekte endemisch is in West- en Centraal Afrika ontstaat door het gebruik van de term de indruk dat Afrika een bron van ziektes is, en dat er een associatie bestaat tussen zwarte mensen en apen. Een ander probleem rond mpox is het feit dat de ziekte zich in Europa en Noord-Amerika vooral verspreidt onder mannen die seks met andere mannen hebben. Dat zorgt opnieuw voor stigmatisering.
De WHO schat dat mpox inmiddels in 110 landen aanwezig is, en dat er in totaal zo’n 80.000 mensen besmet zijn geweest met het virus. Voor zover bekend zijn er wereldwijd 55 mensen als gevolg van mpox overleden.
Meer informatie