Behandeling met direct werkzame antivirale middelen (‘direct acting antivirals’, DAA) blijkt de behandeluitkomsten bij patiënten met chronische hepatitis C te verbeteren. Daarnaast neemt ook de overleving toe. Dat zijn de conclusies uit een retrospectieve cohortstudie die is uitgevoerd door wetenschappers van de universiteit van Stanford (V.S.), die recent is gepubliceerd in vaktijdschrift JAMA Internal Medicine.
De incidentie van levergerelateerde decompensatie per 1000 persoonsjaren was 28,2 bij de patiënten die met DAA behandeld waren, en 40,8 bij de onbehandelden. De incidentie van hepatocellulair carcinoom (HCC) in gecompenseerde cirrose was 20,1 en 41,8 respectievelijk.
Maar ook niet-levergerelateerde uitkomsten waren beter bij het gebruik van DAAs. De incidentie van diabetes per 1000 persoonsjaren was 30,2 met DAA en 37,2 zonder. En chronische nierziekte ging het om 31,1 en 34,1 respectievelijk. Sterfte door alle oorzaken per 1000 persoonsjaren was opmerkelijk lager in de DAA-groep: 36,5 vergeleken met 64,7 in de niet-behandelde groep.
In een multivariabele analyse werd behandeling met DAA onafhankelijk geassocieerd met een significante afname van het risico op HCC (Bijgestelde Hazardratio (aHR) 0,73), leverdecompensatie (aHR 0,36), diabetes (aHR 0,74), chronische nierziekte (aHR 0,81), cardiovasculaire aandoeningen (aHR 0,90), kanker elders dan de lever (aHR 0,89) en algehele mortaliteit (aHR 0,43).
Orale DAAs zijn sinds 2014 op de markt, en het is al geruime tijd bekend dat zij het risico op HCC verlagen, maar er was nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de effecten van DAAs op niet-levergerelateerde comorbiditeiten gedaan. Ook was er nog te weinig bekend over behandeluitkomsten op de langere termijn.
Voor de retrospectieve cohortstudie analyseerden de wetenschappers van Stanford data van 245.596 volwassenen met chronische hepatitis-C, die tussen 2010 en 2021 in de database van Optum Clinformatics Data Mart waren opgenomen. Van deze patiënten waren er 40.654 met een of meer DAAs behandeld, en 204.942 patiënten waren onbehandeld gebleven.
De behandelde patiënten waren iets ouder dan de onbehandelde (mediane leeftijd 59,9 versus 58,5), en van hen was 62% man, in de onbehandelde groep was dat 58%. Ruim de helft van de patiënten in beide groepen was blank. Bij de behandelde patiënten kwam iets meer diabetes voor (26% tegen 25%) evenals cirrose (44% tegen 29%).
De onderzoekers zijn van mening dat een behandeling met DAAs goed verdragen wordt door vrijwel alle patiënten, en als universele behandeling aangeboden zou moeten worden aan alle hepatitis C-patiënten.
Referentie