Eerder onderzoek heeft aangetoond dat meerdere diersoorten geïnfecteerd kunnen raken met SARS-CoV-2, waaronder honden, katten, tijgers, leeuwen en nertsen. Katten lijken meer vatbaar te zijn dan honden. Onderzoekers bogen zich daarom over de vraag: dragen huisdieren bij aan de verspreiding van COVID-19 en wat is het risico voor mens en dier?
In een nieuw artikel gepubliceerd in het tijdschrift One Health zijn data verzameld uit 17 eerder gepubliceerde studies naar de prevalentie van COVID-19 bij huisdieren. De studies waren uitgevoerd in Italië, Frankrijk, Spanje, Kroatië, Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Iran, Japan, China en de Verenigde Staten. Van de 17 studies ware er 14 gericht op katten, 13 op honden en 10 op honden en katten.
De analyse toonde aan dat wanneer onbekend was of de eigenaren COVID-19-positief waren, gemiddeld 2,75% van de katten en 0,82% van de honden positief testten op COVID-19. De onderzoekers keken alleen naar huisdieren en niet naar zwerfhonden en katten. Huisdieren die samenwonen met COVID-19-positieve eigenaren waren vaker besmet dan wanneer de COVID-19-status van de eigenaren onbekend was (>20% bij katten en >10% bij honden). De resultaten suggereren dat er dus wel degelijk sprake is van overdracht van het virus tussen huisdier en eigenaar. De onderzoekers geven aan dat het van belang kan zijn om wereldwijde standaarden te ontwikkelen met betrekking tot de detectie van COVID-19 bij huisdieren om beter inzicht te krijgen in de epizoötische (epidemie onder dieren) implicaties van de coronapandemie.
REFERENTIE