Een radeloze Gerhard Domagk hoorde zichzelf waarschijnlijk mompelen “Beter maar rood dan dood” toen hij in 1935 zijn doodzieke dochtertje Hildegard een flinke dosis KL730 (later bekend als Prontosil) toediende. Op 4 december rende het zesjarig meisje de trap af met een grote naald in haar rechterhand. Ze struikelde en de naald stak diep in de pols tot aan de handwortelbeentjes en brak af. De punt werd chirurgisch verwijderd. De volgende dag kreeg ze koorts die aanvankelijk werd toegeschreven aan een opflakkering van keelangina. De pols zwol echter op, de koorts piekte en een ontsteking verspreidde zich in de onderarm. De chirurg verrichtte flegmone-incisies, maar in de uren erna verschenen rode strepen op de arm richting de oksel. De lymfangitis duidde op uitbreiding van de streptokokkeninfectie en was een gevreesd voorteken van ‘bloedvergiftiging’.

(TIJDSCHR INFECT 2024;19(2):84–5)