Combinatie van xalnesiran met peginterferon alfa-2a laat goede resultaten zien bij hepatitis B

december 2024 Klinische trials Willem van Altena

Hepatitis B is een virusziekte die veel voorkomt en die een ernstig ziekteverloop kan hebben. Wereldwijd zijn 360 miljoen mensen chronisch besmet met deze ziekte. Jaarlijks overlijden 600.000 mensen aan gevolgen van hepatitis B, doordat zij levercarcinoom of levercirrose ontwikkelen. Xalnesiran, een RNA-therapie ontwikkeld voor chronische hepatitis B, toont veelbelovende resultaten, maar niet zonder risico’s.

Een fase 2, multi-centrum, gerandomiseerd, open-label onderzoek keek naar het effect van xalnesiran bij de behandeling van chronische hepatitis B. De studie omvatte 159 deelnemers met hepatitis B, die reeds virale onderdrukking hadden bereikt met nucleoside – of nucleotide-analogen.

De deelnemers werden opgedeeld in vijf groepen:

  • Groep 1: xalnesiran in doses van 100 mg,
  • Groep 2: xalnesiran in doses van 200 mg (groep 2),
  • Groep 3: xalnesiran 200 mg gecombineerd met ruzotolomid,
  • Groep 4: xalnesiran 200 mg met peginterferon alfa-2a.
  • Groep 5: controlegroep met alleen nucleotide-analoge therapie.

De uitkomst waar de onderzoekers met name benieuwd naar waren, was het verlies van hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAG), 24 weken na behandeling, wat een maatstaf is voor functionele genezing. Het verlies van HBsAG was het grootste in groep 4, waarbij xalnesiran werd gecombineerd met peginterferon alfa-2a, hier bereikte 23% verlies van HBsAG. In de andere groepen lagen de percentages die dit verlies bereikten beduidend lager; 7% in groep 1, 3% in groep 2, 12% in groep 3 en 0% in de controlegroep. Volledige seroconversie, een indicator van immuun herstel, werd voornamelijk vastgesteld in groep 4 (20%). Verder bleek de werkzaamheid van xalnesiran het grootst bij patiënten met een lage uitgangswaarde van HBsAg (<1000 IU/ml).

Bijwerkingen

Naast de effectiviteit van xalniseran werd er ook gekeken naar de bijwerkingen van het middel. De voornaamste bijwerking die werd geobserveerd was verhoogde leverenzymen in 43-83% van de deelnemers. Ernstige bijwerkingen (graad 3 of 4) werden waargenomen bij 17% (groep 1), 10% (groep 2), 18% (groep 3), 50% (groep 4), en 6% (controlegroep). De hoge incidentie in met name groep 4, wijst op het belang van verder onderzoek naar de veiligheid van xalnesiran.

De combinatie van xalnesiran met een immunomodulator, met name peginterferon alfa-2a, toont veelbelovende resultaten in het bereiken van HBsAG-verlies bij patiënten met een chronische hepatitis B infectie. Ondanks deze resultaten blijven de frequente en ernstige bijwerkingen een uitdaging.  Verdere studies zijn nodig om een goede balans tussen de effectiviteit en veiligheid van het middel te onderzoeken.

Referenties
Hou, J., Zhang, W., Xie, Q., et al. Xalnesiran with or without an Immunomodulator in Chronic Hepatitis B. New England Journal Of Medicine, 391(22), 2098–2109. https://doi.org/10.1056/nejmoa2405485