SAMENVATTING

De milt heeft een belangrijke functie bij de afweer tegen infecties. Van asplenie is sprake bij (1) patiënten met een (partieel) verwijderde milt na operatie of na embolisatie (naar schatting 1.000 gevallen per jaar in Nederland), (2) patiënten met een congenitale asplenie en (3) een heterogene groep patiënten met comorbiditeit als oorzaak voor (functionele) asplenie. Aspleniepatiënten lopen een verhoogd risico op invasieve infecties met gekapselde bacteriën. Dit zijn in het bijzonder pneumokokken, en bijvoorbeeld ook Haemophilus influenzae type b en meningokokken. Tot wel 90% van de postsplenectomie-infecties wordt veroorzaakt door pneumokokken. Bij personen met een (functionele) asplenie wordt een aantal preventiemaatregelen aanbevolen, waaronder vaccinaties, antibioticagebruik en patiëntenvoorlichting. Het Nederlandse beleid was niet eenduidig en behoefde herziening. Daarom is de richtlijn voor personen met (functionele) asplenie in 2019 herzien, waarbij een aantal aanbevelingen is gewijzigd, waaronder met betrekking tot vaccinatie en antibioticagebruik. Het doel hiervan was meer uniformiteit in het preventiebeleid bij aspleniepatiënten.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(1):26-30)