Samenvatting
Sinds 1996 is het dankzij combinatie antiretrovirale therapie (cART) niet alleen mogelijk om hiv-geïnfecteerde kinderen op de korte termijn te laten overleven, maar ook om ze in de maatschappij functionerende volwassenen te laten worden. Momenteel zijn er in Nederland naar schatting 18.000 hiv-geïnfecteerde patiënten in zorg, waaronder bijna 200 kinderen. De poliklinische benadering van hiv-geïnfecteerde kinderen is multidisciplinair, met een team bestaande uit kinderartsen, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werk. De cART is een combinatie van drie of vier antiretrovirale medicijnen die de replicatiecyclus van hiv op minstens twee verschillende manieren remmen. De aanbevolen cART-regimes wisselen per leeftijdscategorie, net zoals het moment waarop cART moet worden gestart. Dit laatste is ook afhankelijk van de klinische, virologische en immunologische status van het kind. Eén van de belangrijkste pijlers van de behandeling van kinderen met hiv is het bevorderen en controleren van therapietrouw. Naast de klinische en psychosociale gezondheid van het kind, wordt de behandeling elke drie tot zes maanden gemonitord met behulp van laboratoriumwaarden zoals de hiv-virale load, het CD4+ T-cel getal, en eventueel ook middels plasmaspiegels van de medicatie. Medicatie-gerelateerde toxiciteit wordt zowel klinisch als in het laboratorium gecontroleerd.
(Tijdschr Infect 2015;10(6):168-75)