
Langwerkende cabotegravir (CAB-LA) is een integraseremmer die in de fase IIb/III-studie HPTN 083 superieur bleek voor de preventie van hiv-infectie bij cisgender mannen en transgender vrouwen die seks hebben met mannen (MSM/TGW), vergeleken met tenofovir disoproxilfumaraat-emtricitabine (TDF-FTC).1,2 Gegevens over de uitkomsten van antiretrovirale therapie (ART) bij personen die hiv oplopen tijdens het gebruik van CAB-LA als pre-expositieprofylaxe zijn echter beperkt. Tijdens CROI 2025 werden de resultaten gepresenteerd van de ART-uitkomsten bij MSM/TGW die hiv opliepen tijdens de HPTN 083-studie na blootstelling aan CAB-LA door prof. Raphael Landovitz (University of California Los Angeles, VS).3
Vanwege de duidelijke superioriteit van CAB-LA ten opzichte van TDF-FTC in het voorkomen van hiv-infectie bij MSM/TGW, zoals aangetoond in de tussentijdse analyse van de gerandomiseerde, geblindeerde, placebogecontroleerde fase III-studie HPTN 083, werd de studie voortijdig stopgezet en voortgezet als een ‘open-label’-extensiestudie.1 CAB-LA behield een hoge werkzaamheid voor hiv-preventie bij MSM/TGW tijdens het eerste jaar van ‘open-label’-follow-up, met vergelijkbare uitkomsten ten opzichte van de geblindeerde fase.2
In dit retrospectieve onderzoek werden deelnemers van de HPTN 083-studie die na ≥1 CAB-LA-injectie gediagnosticeerd werden met hiv en >30 dagen follow-up met ART hadden, opgenomen in de analyse (eerste hiv-positieve bezoek tot 12/1/23).3 De ‘viral load’ (VL) en genotyperingsgegevens werden verzameld. De ART-regimes werden geselecteerd op de studielocaties, waarbij de beschikbaarheid van genotyperingsresultaten ten tijde van de regimeselectie varieerde. Naast het type ART-regime werd ook gekeken naar de tijd tussen de laatste CAB-LA-behandeling en de start van het ART-regime, met een onderverdeling in <6 maanden of ≥6 maanden.
De respons op een initieel ART-regime werd beoordeeld bij 47 deelnemers, waarvan 21 een ‘integrase strand transfer inhibitor’ (INSTI)-gebaseerd ART-regime kregen en 26 een ander ART-regime: 14 kregen een efavirenz (EFV)-gebaseerd ART-regime, 10 een ‘protease inhibitor’ (PI)-gebaseerd ART-regime en 1 een PI+INSTI-gebaseerd ART-regime.
INSTI-gebaseerd ART-regime
De VL was bij 15 van de 21 deelnemers (71,4%) die een INSTI-gebaseerd ART-regime volgden lager dan 50 kopieën/ml, met een mediane follow-upduur van 236 dagen. Bij 5 van de 6 deelnemers (83,3%) die minder dan 6 maanden na hun laatste CAB-LA-injectie begonnen met een INSTI-gebaseerd ART-regime, was de VL <50 kopieën/ml (de 6e deelnemer had een VL van precies 50 kopieën/ml), met een mediane follow-upduur van 314,5 dagen. Bij 10 van de 15 deelnemers (66,7%) die 6 maanden of langer na hun laatste CAB-LA-injectie begonnen met een INSTI-gebaseerd ART-regime, was de VL <50 kopieën/ml, met een mediane follow-upduur van 162 dagen.
Ander ART-regime: EFV-, PI-, PI+INSTI-gebaseerd
Bij de 26 deelnemers die een ander ART-regime volgden, had 21 deelnemers (80,8%) een VL <50 kopieën/ml, met een mediane follow-upduur van 316 dagen. Van de 16 deelnemers die minder dan 6 maanden na hun laatste CAB-LA-injectie begonnen met een ander ART-regime, had 15 deelnemers (93,8%) een VL <50 kopieën/ml, met een mediane follow-upduur van 334 dagen. Bij de 10 deelnemers die 6 maanden of langer na hun laatste CAB-LA-injectie begonnen met een ander ART-regime, had 6 deelnemers (60,0%) een VL <50 kopieën/ml, met een mediane follow-upduur van 161,5 dagen. In totaal stapten 5 deelnemers over van een ander ART-regime naar een INSTI-gebaseerd ART-regime, waarvan 4 deelnemers virale suppressie behielden of kregen en van 1 deelnemer waren geen gegevens beschikbaar na de overstap.
INSTI-RAM’s
INSTI-‘resistance-associated mutations’ (RAM’s) werden gevonden bij 9 van de 44 deelnemers (20,5%) vóór de start van een initieel ART-regime. Deze 9 deelnemers met INSTI-RAM’s waren als volgt verdeeld: 1 deelnemer met een INSTI-gebaseerd ART-regime en <6 maanden sinds CAB-LA (R263K-mutatie), 7 deelnemers met een ander ART-regime en <6 maanden sinds CAB-LA, en 1 deelnemer met een ander ART-regime en ≥6 maanden sinds CAB-LA. Bij alle deelnemers met INSTI-RAM’s vóór de start van een initieel ART-regime werd virale suppressie bereikt met het initiële ART-regime. Van 3 deelnemers waren geen genotyperingsgegevens beschikbaar. Van deze 3 deelnemers bereikten 2 geen virale suppressie: 1 deelnemer met een INSTI-gebaseerd ART-regime en 1 deelnemer met een ander ART-regime.
In deze patiëntenserie van 47 MSM/TGW uit de HPTN 083-studie, die hiv opliepen tijdens het gebruik van CAB-LA als pre-expositieprofylaxe, werden vergelijkbare ART-uitkomsten gevonden bij INSTI-gebaseerde ART-regimes of andere ART-regimes. Deze resultaten moeten echter voorzichtig worden geïnterpreteerd, aangezien factoren zoals de studielocatie, de redenen voor ART-selectie, de beschikbaarheid van lokale resistentietests en verschillen in follow-upduur de interpretatie van de gegevens bemoeilijken. Meer onderzoek is nodig om de keuze voor het optimale ART-regime te kunnen bepalen bij MSM/TGW die hiv oplopen tijdens het gebruik van CAB-LA als pre-expositieprofylaxe.
Referenties