TvI - jaargang 7, nummer 6, december 2012
dr. J. Schinkel , dr. F.A.E. Lambers , dr. X. Thomas , dr. R. Molenkamp , dr. D. Kwa , dr. K. Brinkman , dr. J.T.M. van der Meer , M. Prins , namens de MOSAIC (MSM observationele studie van acute infectie met hepatitis C) Studiegroep
Recente gegevens wijzen erop dat de seroprevalentie van seksueel overdraagbare hepatitis C-virusinfectie onder mannen die seks hebben met mannen in Amsterdam zich stabiliseert. Er is echter weinig bekend over de incidentie van hepatitis C-virus-herinfectie bij mannen die seks hebben met mannen die behandeld zijn voor hun acute hepatitis C-virus infectie. Daarom is de incidentie van herinfecties bij hiv-geïnfecteerde mannen die seks hebben met mannen die hepatitis C-virus RNA negatief waren na behandeling van hun acute hepatitis C-virusinfectie bestudeerd. De studiepopulatie bestond uit hiv-geïnfecteerde mannen die seks hebben met mannen van twee grote hiv-poliklinieken uit Amsterdam die eerder werden gediagnosticeerd met een seksueel overgedragen acute hepatitis C-virus-infectie en die hepatitis C-virus RNA negatief waren aan het einde van de behandeling. Hepatitis C-virus herinfectie werd gedefinieerd als detecteerbaar hepatitis C-virus RNA bij personen die eerder hepatitis C-virus RNA negatief waren aan het einde van de hepatitis C-virus behandeling, waarbij uit een fylogenetische analyse bleek dat er een andere virusvariant aanwezig was dan voor de behandeling. Incidentiecijfer en cumulatieve incidentie van herinfectie werden berekend. Zesenvijftig personen die hepatitis C-virus RNA negatief waren aan het einde van de behandeling voor acute hepatitis C-virusinfectie werden geïncludeerd. Bij vijf van deze 56 gevallen bleek daarop volgend sprake te zijn van een recidief met hetzelfde virus en deze vijf personen werden niet meegenomen in de verdere analyse. Bij elf personen werd een herinfectie vastgesteld. De incidentie van hepatitis C-virus herinfectie bij deze groep was 15,2 per 100 persoonsjaren (95% betrouwbaarheidsinterval, 8,0–26,5). De cumulatieve incidentie was 33% binnen twee jaar. Bij deze studiepopulatie werd een alarmerend hoge incidentie van hepatitis C-virus herinfecties gevonden. Deze hoge incidentie demonstreert ten eerste de noodzaak voor preventieve maatregelen gericht op seksueel risicogedrag, ten tweede de noodzaak om na behandeling regelmatig de aanwezigheid van hepatitis C-virus RNA te onderzoeken en ten derde de noodzaak om bij een recidief met hepatitis C-virus viremie binnen zes maanden na het einde van de behandeling uit te sluiten dat het om een herinfectie gaat middels sequentieanalyse.
(Tijdschr Infect 2012;7:200-8)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 4, augustus 2012
dr. G.E.L. van den Berk , dr. D. Kwa , dr. J. Peringa , dr. W.L. Blok
(Tijdschr Infect 2012;7:144)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.