Articles

TURN-COVID: Nederlandse cohortstudie ter evaluatie van het gebruik van neutraliserende monoklonale antilichamen en andere antivirale middelen tegen SARS-CoV-2

TvI - 2022, nummer 4, september 2022

dr. E. Birnie , namens de TURN-COVID-studiegroep

SAMENVATTING

Nieuwe antivirale middelen kunnen een keerpunt zijn bij de preventie en behandeling van patiënten met COVID-19. Verschillende gerandomiseerde klinische fase III-studies laten zien dat een gift neutraliserende monoklonale SARS-CoV-2-antilichamen het relatieve risico op ziekenhuisopname en/of overlijden met 70–85% kan verminderen bij seronegatieve patiënten met SARS-CoV-2-infectie, mits vroeg gegeven in het ziekteproces. Deze geneesmiddelen werden ook ingezet bij seronegatieve hoogrisicopatiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis. Daarnaast wordt gerapporteerd dat orale antivirale middelen, zoals molnupiravir en nirmatrelvir/ritonavir, het risico op ziekenhuisopname en/of overlijden met 39–89% zouden verminderen. Deze ontwikkelingen zijn potentiële doorbraken in de behandeling van een SARS-CoV-2-infectie, voornamelijk voor immuungecompromitteerde patiënten die een verminderde of geen humorale respons hebben na COVID-19-vaccinatie. Naast vaccinatiegraad zullen de komst van nieuwe SARSCoV-2-mutanten zoals omikron en logistieke zaken belangrijke determinanten zijn van het klinische effect in de dagelijkse praktijk. Het doel van de TURN-COVID-studie is om het gebruik, de effectiviteit, de veiligheid en de kosten van monoklonale antilichamen en andere antivirale middelen tegen SARSCoV-2 in Nederland in kaart te brengen. Bovendien wordt een landelijk platform gecreëerd om toekomstige nog niet geregistreerde behandelingen voor COVID-19 te evalueren.

(TIJDSCHR INFECT 2022;17(4):149–52)

Lees verder

Graven naar melioidose: nieuwe inzichten in de epidemiologie en de pathogenese

TvI - jaargang 15, nummer 3, juni 2020

dr. E. Birnie

SAMENVATTING

Op 18 juni 2019 promoveerde Emma Birnie aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift getiteld ‘Digging for melioidosis; new insights into the epidemiology and pathophysiology’. Het onderzoek werd verricht onder leiding van promotoren prof. dr. W.J. Wiersinga en prof. dr. M.P. Grobusch. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen besproken.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(3):119-22)

Lees verder

Melioidose: een tropische tijdbom

TvI - jaargang 15, nummer 2, april 2020

dr. M. Bierhoff , dr. E. Birnie , prof. dr. W.J. Wiersinga , prof. dr. M. van Vugt

SAMENVATTING

Melioidose is een tropische infectieziekte die wordt veroorzaakt door de gramnegatieve bodembacterie Burkholderia pseudomallei. De klinische symptomen variëren van abcesvorming tot sepsis. Melioidose komt met name voor in Zuidoost-Azië en het tropische noorden van Australië, maar recentelijk is gebleken dat de ziekte in meer landen voorkomt dan eerder werd gedacht. Door toenemende toerisme en migratie naar endemische gebieden is het van belang de symptomen van deze ziekte snel te herkennen en adequate behandeling te starten. Melioidose wordt ook wel beschouwd als een opportunistische infectie, omdat voornamelijk patiënten met onderliggend lijden (bijvoorbeeld diabetes, chronische long-, lever- en nierziekten) het meeste risico lopen op deze ziekte. Een besmetting met B. pseudomallei kan worden vastgesteld met behulp van kweekmedia (routine of specifiek), directe detectie op klinisch materiaal met bijvoorbeeld PCR en serologie. De behandeling bestaat uit een intensieve fase van minimaal 2 weken intraveneuze toediening van ceftazidim of een carbapenem, gevolgd door een eradicatiefase van ten minste 3 maanden met orale antibiotica met bijvoorbeeld cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Vroege herkenning van de ziekte bij reizigers is van groot belang om mortaliteit te voorkomen.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(2):47-52)

Lees verder