TvI - jaargang 15, nummer 3, juni 2020
M. ter Avest MSc, drs. H.W.H.A. Fleuren , dr. A.S.M. Dofferhoff
Chloroquine en hydroxychloroquine zijn in de afgelopen maanden bij veel patiënten ingezet als potentiële behandeling voor COVID-19. Beide geneesmiddelen laten in vitro een remmend effect zien op SARSCoV-2, maar de tot nu toe beschikbare publicaties over klinische studies laten wisselende resultaten in vivo zien. Veel van de klinische studies bevatten kleine patiëntaantallen. Ook zijn diverse kanttekeningen te plaatsen bij de studieopzet en -uitvoer. Daarnaast blijkt uit verschillende onderzoeken dat het gebruik van deze middelen gepaard kan gaan met belangrijke en soms fatale bijwerkingen. Op dit moment is er onvoldoende bewijs om te bepalen of chloroquine en hydroxychloroquine effectief zijn bij de behandeling van COVID-19. Goede gecontroleerde, gerandomiseerde studies naar de effectiviteit van chloroquine en hydroxychloroquine bij COVID-19 zijn noodzakelijk, alvorens deze middelen als standaardbehandeling voor te schrijven.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(3):97-104)
To provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.