Articles

Meningitis op basis van een autochtone infectie met westnijlvirus

TvI - jaargang 16, nummer 4, september 2021

drs. N.J.L.M. Taks , dr. W. H. Bouvy , dr. S.F.T. Thijsen , ing. J.H.J. Reimerink , dr. C.B.E.M. Reusken , drs. C.F.H. Raven

SAMENVATTING

Dit artikel beschrijft een 34-jarige man met klachten van hoofdpijn, koorts, braken en nekpijn in combinatie met een huiduitslag over het hele lichaam. Uit liquoronderzoek bleek een geringe pleiocytose en een licht verhoogd eiwitgehalte. Hierop werd gestart met een antibacteriële en antivirale behandeling voor meningitis. De uitslagen van aanvullend onderzoek naar diverse virale en bacteriologische verwekkers waren negatief, waarop de behandeling werd gestaakt. Omdat in augustus 2020 het westnijlvirus in Nederland lokaal werd geconstateerd, werd het liquorsample van deze man op dit virus onderzocht, met positief resultaat. Vanwege de (mogelijk permanente) aanwezigheid van het westnijlvirus in Nederland illustreert deze casus het belang om bij onverklaarde meningitis of encefalitis in de differentiaaldiagnose rekening te houden met een dergelijke infectie.

(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):133-6)

Lees verder

Westnijlvirus: virologie, epidemiologie, klinische beelden en diagnostiek

TvI - jaargang 16, nummer 4, september 2021

ing. J.H.J. Reimerink , dr. M.A.H. Braks , dr. B.C.G. Voordouw , dr. C.C. van den Wijngaard , dr. H.C.T. van den Kerkhof , dr. C.B.E.M. Reusken

SAMENVATTING

Westnijlvirus (WNV) is een door muggen overgedragen, zoönotisch virus dat zijn naam dankt aan de regio West-Nijl in Oeganda, waar het virus voor het eerst werd geïdentificeerd. De transmissie van westnijlvirus verloopt in een enzoötische cyclus tussen muggen en vogels. Bij voldoende circulatie worden sporadisch mensen en paarden geïnfecteerd, die verder niet bijdragen aan de transmissie van het virus. Het verspreidingsgebied van het virus omvat de hele wereld, behalve Antarctica. Binnen Europa breidt het verspreidingsgebied van het virus zich steeds verder uit, wat ertoe heeft geleid dat in 2020 autochtone patiënten in Nederland werden gediagnostiseerd. De diagnostiek is grotendeels gebaseerd op serologie door de kenmerkende korte viremie (3–5 dagen) bij flavivirussen, maar in urine of volbloed kan het virus nog weken na de eerste ziektedag worden aangetoond met moleculaire technieken. De verwachting is dat in 2021 opnieuw patiënten zullen voorkomen en daarom is verhoogde alertheid bij clinici van belang voor het opnemen van WNV in de differentiaaldiagnose van met name neurologische verschijnselen.

(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):126-32)

Lees verder

Wantai SARS-CoV-2-ELISA: een vergelijking tussen 33 Nederlandse laboratoria

TvI - jaargang 16, nummer 2, april 2021

F.M. Brouwer , ing. M.N. Hoogerwerf , dr. J.L.A.N. Murk , dr. A. Brandenburg , dr. M. van den Beld , dr. R. Moegling , dr. C.B.E.M. Reusken , ing. J.H.J. Reimerink

SAMENVATTING

In het licht van de huidige SARS-CoV-2-pandemie heeft de Nederlandse overheid een grote batch Wantai SARS-CoV-2-ELISA’s aangeschaft. Deze kits zijn verdeeld over verschillende laboratoria, in combinatie met een verificatiepanel van het RIVM. Van de 38 laboratoria hebben 33 laboratoria hun resultaten gerapporteerd. Samples met hoge ratio’s worden door alle laboratoria als positief geïdentificeerd; dit geldt niet voor positieve samples met lagere ratio’s. Een foutpositieve uitslag werd gerapporteerd door 1 laboratorium. Binnen de gerapporteerde samples bestaat een duidelijk verschil in ratio’s tussen de verschillende laboratoria. Deze rondzending kan bewustwording creëren van variatie tussen laboratoria en verschillende serologische platforms.

(TIJSCHR INFECT 2021;16(2):47-50)

Lees verder