Articles

Succesvolle behandeling van een chronische infectie met hepatitis E-virus, ondanks resistentie tegen ribavirine

TvI - jaargang 15, nummer 6, december 2020

drs. R.A. Mousset , dr. M.G.A. van Vonderen , dr. L.M. Kampschreur , drs. A. Al Moujahid

SAMENVATTING

Bij een 51-jarige patiënt met gerecidiveerde chronische lymfatische leukemie werd de diagnose acute hepatitis E-virus (HEV)-infectie gesteld. Het virus werd niet spontaan geklaard, waarna een behandeling met ribavirine werd gestart. De HEV-‘viral load’ in plasma werd negatief, maar bleef aantoonbaar in feces. De behandeling met ribavirine werd daarom gecontinueerd tijdens de chemo- en immuuntherapie van de patiënt. Na 8 maanden behandeling was sprake van een klinische HEV-reactivatie. Door middel van ‘sequencing’ werden 2 HEV-RNA-mutaties gevonden (D1384N en G1634R) die geassocieerd zijn met resistentie tegen ribavirine. Een langdurige behandeling met peginterferon-alfa leidde uiteindelijk tot klaring van het virus met ondetecteerbare HEV-‘viral load’ in zowel plasma als feces. Acute HEV-infecties zijn vaak asymptomatisch en genezen spontaan. Bij immuungecompromitteerde patiënten kan een acute infectie ontaarden in een chronische infectie, wat kan leiden tot cirrose en leverfalen. Een bepaling van de HEV-‘viral load’ is in deze patiëntcategorie het aangewezen diagnosticum, vanwege de onbetrouwbaarheid van serologisch onderzoek. Een antivirale behandeling met ribavirine is geïndiceerd indien een verlaging van de dosis immuunsuppressiva niet leidt tot een spontane klaring van HEV. De behandelduur is afhankelijk van de HEV-‘viral load’ in plasma en feces. Recentelijk zijn meerdere mutaties in het HEV-genoom geïdentificeerd die geassocieerd lijken met resistentie tegen ribavirine. Deze casus toont aan dat peginterferon-alfa in deze patiëntcategorie een effectieve behandeling is.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(6):227-31)

Lees verder

Een leidraad voor de behandeling van chronische Q-koorts

TvI - jaargang 13, nummer 2, april 2018

dr. S.E. van Roeden , dr. J.J. Oosterheert , dr. L.M. Kampschreur , dr. M.G.L. Leclercq , dr. M.E.E. van Kasteren , S. Shamelian , dr. P.C. Wever , dr. C.P. Bleeker-Rovers

SAMENVATTING

Na de grote Q-koortsuitbraak in Nederland tussen 2007 en 2010 zijn enkele honderden chronische Q-koortspatiënten geïdentificeerd, en jaarlijks komen er nieuwe patiënten bij. Chronische Q-koorts is een zeldzame aandoening en literatuur over de behandeling van chronische Q-koorts is schaars. In de nasleep van de Nederlandse Q-koortsepidemie zijn verschillende aspecten van de behandeling van chronische Q-koorts onderzocht. Om clinici een leidraad te bieden voor de langdurige en complexe behandeling van chronische Q-koorts is dit artikel geschreven. Op basis van alle beschikbare literatuur en data uit de Nederlandse chronische-Q-koortsdatabase wordt besproken welke patiënten een indicatie voor antibiotische behandeling hebben, welke behandelmogelijkheden er zijn en hoe het effect van behandeling kan worden gemonitord.

(TIJDSCHR INFECT 2018:13(2):41-9)

Lees verder