TvI - jaargang 12, nummer 5, oktober 2017
dr. M.S. Arcilla , dr. J.M. van Hattem , dr. M.R. Haverkate , dr. M.C.J. Bootsma , dr. P.J.J. van Genderen , dr. A. Goorhuis , prof. dr. M.P. Grobusch , dr. A.M. Oude Lashof , dr. N. Molhoek , dr. C. Schultsz , dr. E.E. Stobberingh , dr. H.A. Verbrugh , dr. M.D. de Jong , dr. D.C. Melles , prof. dr. J. Penders
Internationaal reizen draagt bij aan de verspreiding van antimicrobiële resistentie. Wij onderzochten de acquisitie van ‘extended’-spectrum bètalactamase-producerende Enterobacteriaceae (ESBL-E) tijdens internationaal reizen, met een focus op de risicofactoren voor acquisitie, de duur van kolonisatie, en de transmissiekans in de thuissituatie. De data zijn eerder gepresenteerd in The Lancet Infectious Diseases. Binnen de prospectieve, multicenter COMBAT-studie, zijn 2.001 Nederlandse reizigers en 215 niet-reizende huisgenoten geïncludeerd. Ontlastingsmonsters en vragenlijsten over demografische gegevens, comorbiditeit, en gedrag werden verzameld voor, direct na en één, drie, zes en twaalf maanden na terugkomst. Monsters zijn gescreend op de aanwezigheid van ESBL-E. In monsters van direct na de reis zijn ESBL-genen gekarakteriseerd middels sequentieanalyse. Een PCR met speBIfieke primers voor de plasmidaal-gecodeerde beta-lactamasegenen TEM, SHV, en CTX-M groep 1, 2, 8, 9 en 25 is gebruikt om de aanwezigheid van ESBL-genen in vervolgmonsters te bevestigen. Multivariabele regressieanalyses zijn uitgevoerd om risicofactoren voor acquisitie en verlengde duur van kolonisatie te identificeren en een mathematisch model is ontwikkeld om de transmissiekans in de thuissituatie vast te stellen. 633 (34,3%) van 1.847 reizigers die ESBL-negatief waren voor de reis en die een monster hadden opgestuurd na terugkomst verwierven een ESBL-E tijdens internationaal reizen (95% BI 32,1-36, 5%), met de hoogste acquisitiepercentages onder reizigers naar Zuid-Azië (136/181, 75,1%, 95% BI 68,4-80,9%). Belangrijke risicofactoren voor ESBL-E-acquisitie waren antibioticagebruik tijdens de reis (gecorrigeerde odds ratio (OR) 2,69, 95% BI 1,79-4,05), reizigersdiarree die aanhield bij terugkomst (2,31, 95% BI 1,42-3,76), en pre-existente chronische darmziekte (2,10, 1,13-3,90). De mediane duur van kolonisatie na de reis was 30 dagen (95% BI 29–33). Vijfenzestig (11,3%) van de 577 reizigers bleven gekoloniseerd tot twaalf maanden na terugkomst. CTX-M enzym groep 9 ESBLs waren geassocieerd met een significant langere kolonisatieduur (mediane duur 75 dagen; 95% BI 48–102, p=0.0001). Transmissie werd gezien bij 13 (7,7%) van 168 huisgenoten. De transmissiekans van ESBL-E naar een andere huisgenoot was 12% (95% BI 5–18). Internationaal reizen levert een substantiële bijdrage aan de acquisitie en verspreiding van ESBL-E. Reizigers naar gebieden met een hoog risico op ESBL-E-acquisitie moeten worden beschouwd als potentiële dragers van ESBL-E tot 12 maanden na de reis.
(TIJDSCHR INFECT 2017;12(5):156-66)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 5, oktober 2013
dr. M.S. Arcilla , dr. P.J. Wismans , dr. Y. van Beek-Nieuwland , dr. P.J.J. van Genderen
In oktober 2011 werd een geval van leptospirose ontdekt bij een Nederlandse reiziger die terugkeerde uit de Dominicaanse Republiek naar Nederland. De 51-jarige man had op 29 september modderig water in de Chavón rivier ingeslikt. Twintig dagen later presenteerde hij zich met koorts, misselijkheid, braken, diarree, gewrichtspijn, hoofdpijn, conjunctivale vaatinjectie en icterus. Leptospira interrogans serovar Icterohaemorrhagiae of australis-infectie werd tien dagen later aangetoond door middel van serologisch onderzoek.
(Tijdschr Infect 2013;8(5):160-162)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 4, augustus 2012
dr. D.L. Adams , dr. M. de Mendonça Melo , dr. P.J.J. van Genderen , dr. O.F.J. Stenvers , dr. P.J. Wismans
Het tekenencefalitisvirus is een flavivirus dat wordt overgebracht door tekenbeten, in het bijzonder de teken Ixodes ricinus en Ixodes persulcatus. Het verspreidingsgebied van besmette teken vertegenwoordigt het endemische gebied van de ziekte dat zich uitbreidt van Europa tot het Verre Oosten. De ziekte heeft een typisch bifasisch verloop waarbij de eerste fase gekenmerkt wordt door koorts, moeheid en hoofdpijn. Na een interval van een week begint de tweede fase met een beeld variërend van een lichte meningitis tot een ernstige encefalitis. Een aanzienlijk deel van de patiënten houdt er neuro-psychiatrische restverschijnselen aan over. De diagnose wordt gesteld op basis van een positieve anamnese voor tekenbeten tijdens een verblijf in een endemisch gebied, het klinisch beeld en positieve antistoffen in serum of liquor. De behandeling is symptomatisch. Preventie vindt plaats door middel van beschermende maatregelen tegen tekenbeten en vaccinatie van risicogroepen.
(Tijdschr Infect 2012;7:127-33)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.