Articles

Epidemiologie van tuberculose bij gebruik van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen in Nederland, 2005–2011

TvI - jaargang 9, nummer 6, december 2014

dr. S.T. Keizer , dr. C.G.M Erkens , dr. N.A.H. van Hest , dr. S. van den Hof , dr. G. de Vries

Samenvatting

Doel van de analyse was het bepalen van de incidentie van tuberculose onder gebruikers van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen in Nederland en beschrijven van de kenmerken van tuberculosepatienten die deze middelen wel en niet gebruikten. Een retrospectieve vergelijkende analyse werd opgezet van patientgegevens uit de Nederlandse Tuberculose Registratie over de periode 2005–2011. Voor de berekening van de incidentie werd het aantal gebruikers van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen in Nederland geschat op basis van gegevens van het College van Zorgverzekeringen. In 2005–2011 werden 7.046 patienten met actieve tuberculose geregistreerd, van wie 85 (1,2%) tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen gebruikten. Het geschatte aantal gebruikers van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen nam in die periode toe van 13.600 naar 36.520 personen. De incidentie van tuberculose bij gebruikers schommelde in die periode tussen 23 en 75 per 100.000, terwijl de landelijke tuberculose-incidentie in die periode ≤7 per 100.000 was. De 85 tuberculosepatienten die tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen gebruikten waren vaker ouder dan 65 jaar en vaker in Nederland geboren dan andere patienten. Zij werden tevoren ook vaker preventief behandeld voor latente tuberculose-infectie (gecorrigeerde OR 3,5; 95%-BI 1,8-6,9). Zij hadden vaker gedissemineerde tuberculose, al dan niet met aandoening van het centraal zenuwstelsel (gecorrigeerde OR 4,3; 95%-BI 2,1-8,9), of gecombineerde vormen van pulmonale en extrapulmonale tuberculose (gecorrigeerde OR 4,0; 95%-BI 2,1-7,4). Bij gebruikers van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen in Nederland is de incidentie van tuberculose aanzienlijk verhoogd. De incidentie onder deze groep daalde in de periode 2005–11 niet. Preventieve behandeling van latente tuberculose-infectie voorkwam niet altijd de ontwikkeling van actieve tuberculose. De ziekte verloopt vaker in ernstige en gedissemineerde vorm. Het toenemende gebruik van tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen vraagt om blijvende aandacht voor tuberculose als potentieel fatale complicatie van deze therapie.

(Tijdschr Infect 2014;9(6):164-71)

Lees verder

Valkuilen van tuberculose tijdens tumornecrosefactor-alfa blokkerende therapie

TvI - jaargang 9, nummer 6, december 2014

dr. N.A.H. van Hest , dr. M. Bakker , dr. S.T. Keizer , dr. E. van der Wall , dr. E.M. Huisman , dr. G. de Vries

Samenvatting

Tumornecrosefactor-alfa blokkerende geneesmiddelen worden regelmatig in Nederland voorgeschreven voor een toenemend aantal auto-immuun of inflammatoire aandoeningen, met als gevolg een verhoogd risico op infectieziekten, in het bijzonder tuberculose. Adequate screening op en preventieve of curatieve behandeling van latente tuberculose-infectie en tuberculose, en continue alertheid zijn cruciaal, zoals geillustreerd wordt aan de hand van drie casus, behandeld respectievelijk met infliximab, adalimumab en etanercept voor de ziekte van Crohn, uveitis en reumatoide artritis. Valkuilen in de preventie en diagnostiek van tuberculose voorafgaand of tijdens anti-tumornecrosefactor-alfa therapie worden besproken, zoals het niet of inadequaat uitvoeren van tuberculose en latente tuberculose-infectie screening pretumornecrosefactor-alfa therapie, mogelijke fout-negatieve uitslagen voor of tijdens tumornecrosefactoralfa therapie, inadequate preventieve behandeling, niet herkennen van de atypische symptomen of de beeldvorming van tuberculose onder anti-tumornecrosefactor-alfa therapie, of het verwerpen van tuberculose als mogelijke diagnose omdat patient al preventief behandeld is.

(Tijdschr Infect 2014;9(6):172-6)

Lees verder