TvI - jaargang 11, nummer 1, februari 2016
dr. F.O. Meeuwes , dr. M. Boering , dr. J.E. Heeg
Een 59-jarige patiënte met een aortaklep bioprothese werd verwezen met acute, hevige pijn in het rechteroog, visusdaling en een subfebriele temperatuur. Dit werd geduid als een uveïtis anterior. Er bleek sprake van een Streptococcus pneumoniae-bacteriëmie die leidde tot een endogene endophthalmitis, met als bron waarschijnlijk een pneumonie of een endocarditis. Deze casus beschrijft het fulminante karakter van een endogene bacteriële endophthalmitis die uiteindelijk heeft geleid tot enucleatie van het rechter oog. In dit artikel worden de incidentie, pathogenese en behandeling van dit zeldzame ziektebeeld beschreven.
(Tijdschr Infect 2016;11(1):19-22)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 6, december 2015
dr. A.C.A.P. Leenders , dr. A.H.P.M. Essink , dr. D.W. Notermans , dr. M.G.J. Koene , dr. B. Schimmer , dr. C.M. Swaan , dr. A. Rietveld
Na 60 jaar afwezigheid werd in de afgelopen jaren in Nederland Francisella tularensis weer vaker aangetoond, zowel bij humane cases als in dieren. Wij beschrijven een eerste humane casus waarvan besmetting met grote zekerheid in Nederland is opgelopen. Aan de hand van deze casus worden diagnostiek, epidemiologie en gevolgen voor de openbare gezondheidzorg beschreven. Hoewel er vooralsnog sprake is van een gering aantal infecties dient tularemie in de differentiaaldiagnose meegenomen te worden indien er sprake is van een passend klinisch beeld en een mogelijk contact met een bron. Door de diagnostiek centraal uit te blijven voeren en door actieve melding aan de GGD, kan er een goed beeld ontstaan over een eventuele verdere herintroductie van tularemie in Nederland.
(Tijdschr Infect 2015;10(6):194-9)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 5, oktober 2015
dr. A.J. Steward , dr. S.B. Debast , dr. P.H.P. Groeneveld
Aggregatibacter aphrophilus, behorende tot de HACEK-groep, veroorzaakt zelden invasieve osteoarticulaire infecties en wordt veelal geassocieerd met kweek-negatieve endocarditis. In dit artikel wordt een patiënt beschreven met een duidelijk klinisch beeld van vertebrale osteomyelitis, waarbij na persisterend negatieve bloedkweken en uitblijvende respons op flucloxacilline de aandoening uiteindelijk bleek te berusten op een zeldzame verwekker, namelijk Aggregatibacter aphrophilus. De diagnose werd uiteindelijk gesteld na een tweede biopsie uit het spondylodiscitisgebied. De patiënt knapte op na twee weken behandeling met ceftriaxon gevolgd door twaalf weken ciprofloxacine bij ontslag. Dit artikel benadrukt het belang van een differentiaaldiagnose en laat zien dat er in sommige gevallen een diagnostische biopsie of zelfs meer biopsieën noodzakelijk zijn voor een diagnose en een effectieve behandeling.
(Tijdschr Infect 2015;10(5):152-6)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 4, augustus 2015
dr. D. van de Wetering , dr. M.G.A. van Vonderen , drs. A. Al Moujahid , dr. H. Pasma , dr. L.J.M. de Heide
De ziekte van Addison als gevolg van bilaterale tuberculeuze adrenalitis is een zeldzame aandoening. Hier beschrijven wij twee patiënten die zich presenteerden met de ziekte van Addison als eerste uiting van tuberculose.
(Tijdschr Infect 2015;10(4):113-5)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 3, juni 2015
dr. R.P.J. Geerlings , dr. P.H.M.F. van Domburg , dr. D.W. van Dam
Intracraniële schimmelinfecties zijn zeldzaam en worden overwegend gezien bij immuungecompromitteerde patiënten. Soms kan een infectie, ook bij een patiënt zonder aanwijzingen voor een afweerstoornis, leiden tot een chronisch invasief proces, met name aan de schedelbasis. Wij beschrijven een 79-jarige patiënte met progressieve oftalmoplegie en visusdaling van het linker oog en het klinisch beeld van een orbitale apex syndroom. De MRI-scan van de hersenen toonde een massa links parasellair met doorgroei in de apex van de linker orbita. Neurochirurgische biopsie toonde een Aspergillus spp. als verwekker die gevoelig bleek te zijn voor voriconazol. Op basis van anamnese en voorgeschiedenis waren er bij onze patiënte geen aanwijzingen voor immuundeficiëntie.
(Tijdschr Infect 2015;10(3):79-83)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 3, juni 2015
dr. L. Saes , dr. P. Wismans , dr. M. de Mendonça Melo , dr. J. van Hellemond , dr. L. Slobbe
Fascioliasis is een wereldwijd frequent voorkomende parasitaire infectie met een platworm uit de familie der Fasciolidae. Fascioliasis komt met name voor bij schapen en rundvee. De mens is een incidentele gastheer en besmetting vindt plaats door het eten van ongekookte zoetwaterplanten, zoals waterkers. Hoewel fascioliasis wereldwijd voorkomt in gebieden met een gematigd klimaat, blijft het stellen van de diagnose een uitdaging. Humane Fasciola hepatica-infecties bij reizigers en immigranten worden in Nederland zelden beschreven. Symptomen passend bij het acute stadium van fascioliasis zijn koorts, buikpijn en gewichtsverlies. Laboratoriumonderzoek toont karakteristiek hypereosinofilie. Diagnostiek omvat serologisch onderzoek en in een later stadium herhaald fecesonderzoek naar wormeieren. Gezien de kans op chronische complicaties dient een Fasciola hepatica-infectie altijd behandeld te worden waarbij triclabendazol het middel van keuze is. Wij beschrijven vier patiënten met fascioliasis die succesvol behandeld werden.
(Tijdschr Infect 2015;10(3):73-8)
Lees verderTvI - jaargang 10, nummer 2, april 2015
dr. T. ten Doesschate , dr. P.J. Wismans , dr. L. Slobbe
We beschrijven een patiënt met een gedissemineerde gonokokkeninfectie. Gonorroe – dikwijls gediagnosticeerd bij homoseksuele mannen – is na chlamydia de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening in Nederland. Gonokokken worden overgedragen via mucosa van het urogenitaal stelsel, rectum of farynx. Een infectie verloopt bij vrouwen nogal eens asymptomatisch, hoewel het spectrum van klachten omvangrijk is. Een genitale infectie bij een man verloopt zelden asymptomatisch. Een gedissemineerde gonokokkeninfectie is zeldzaam en leidt vaak tot een karakteristiek beeld met koorts, tenosynovitis, huidafwijkingen en polyartralgie, danwel purulente artritis zonder koorts. De diagnostiek is complex aangezien gonokokken lastig te kweken zijn. Kweken van bloed en eventueel synoviaalvocht aangevuld met een polymerasekettingreactie van het oorspronkelijke infectiefocus zoals urethra en synoviaalvocht zijn het meest relevant. In Nederland is behandeling met ceftriaxon de therapie van voorkeur vanwege toenemende resistentie voor andere antibiotica.
(Tijdschr Infect 2015;10(2):44-8)
Lees verder