TvI - jaargang 8, nummer 4, augustus 2013
dr. J.J.C. Drijkoningen , dr. F.P.J. Peters , dr. J.K.M. Jansen , dr. P.J. Wismans
Reizigers kunnen ernstig ziek worden door een malaria-infectie, inname van profylaxe ten spijt. Er zijn diverse redenen voor falende profylaxe; meestal de keuze van een inadequaat middel of het vroegtijdig staken ervan. Maar ook verminderde effectiviteit door malabsorptie, bijvoorbeeld in geval van gastrointestinale ziekte. Daarnaast hoeft gerapporteerde therapietrouw niet altijd te betekenen dat de medicatie adequaat is ingenomen. De kliniek van een malaria-infectie is atypisch en vroege detectie essentieel ter voorkoming van sterfte. Malaria kan in Nederland niet altijd meteen adequaat behandeld worden omdat medicatie en expertise niet overal voorhanden zijn. Een 55-jarige Britse man, woonachtig in Nederland, werd gezien met het beeld van een ernstige sepsis na een reis naar Nigeria. Hij gaf aan adequate malariaprofylaxe ingenomen te hebben. Toch werd er een ernstige malaria-infectie vastgesteld met een parasitemie van 21%, waarna patiënt werd overgenomen door het Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische ziekten en behandeld met artesunaat.
(Tijdschr Infect 2013;8(4):122-127)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 3, juni 2013
dr. A.M. Simoons-Smit , dr. H.L. Zaaijer , dr. J.A.R. van den Hoek , dr. J. Cremer , dr. H.J. Boot
Beschreven wordt de transmissie van hepatitis B in een familie bestaande uit een 65-jarige vrouw, bekend met diabetes mellitus, haar 75-jarige echtgenoot, bekend met non-hodgkinlymfoom en hun 8-jarige kleindochter. Bij de indexpatiënte werd een acute hepatitis B gediagnosticeerd. Serologische screening bij contactonderzoek gaf aan dat de echtgenoot drager was van het hepatitis B-virus en dat de kleindochter een asymptomatische acute hepatitis B-infectie doormaakte. De belangrijkste risicofactoren voor de transmissie van hepatitis B-virus waren prikaccidenten bij het toedienen van epoëtine door de indexpatiënte aan haar echtgenoot en het onzorgvuldig gedeeld gebruik van naalden voor het meten van bloedsuikerwaarden in de familie. Moleculaire sequentieanalyse toonde aan dat het hepatitis B-virus van alle drie patiënten identiek was en verschillend van alle andere bekende hepatitis B-virussequenties. Serologische screening en hepatitis B-vaccinatie in de gezinssituatie dient overwogen te worden indien onzorgvuldig gebruik van injectienaalden wordt vermoed.
(Tijdschr Infect 2013;8(3):88-93)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 3, juni 2013
dr. K.D. Quint , dr. J.I. van der Rhee , dr. R.E. Genders , dr. A.P.M. Lavrijsen
In de voorliggende casus wordt een gezonde patiënt met cutane myiasis, veroorzaakt door de larve Dermatobia hominis, beschreven. Doordat er ook een cellulitis aanwezig was, werd de diagnose myiasis in eerste instantie gemist. Door middel van beeldmateriaal wordt in deze casus de diagnostiek en behandeling van cutane myiasis geïllustreerd.
(Tijdschr Infect 2013;8(3):94-98)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 2, april 2013
dr. A.M. Zonneveld , dr. M.L. Hijmering , dr. J. Vecht , dr. J. Weel
‘La fièvre jaune’ verwijst naar een ziekte die beschreven is door de Franse traumachirurg dr. Larrey, die tijdens de Napoleontische oorlog een ziekte beschreef die later de ziekte van Weil bleek te zijn. Leptospirose is een bacteriële ziekte, die endemisch voorkomt in tropische gebieden. In landen met een gematigd klimaat is leptospirose relatief zeldzaam. Hier wordt met behulp van een casus met een uitzonderlijk beloop de typische klinische verschijnselen van leptospirose beschreven. Daarbij demonstreren we hoe gemakkelijk een klinische blik de ernst van de ziekte kan onderschatten. Een score-systeem, bijvoorbeeld de APACHE, is geschikt om onderschatting van de ernst te voorkomen.
(Tijdschr Infect 2013;8:57-62)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 2, april 2013
dr. R. Peuscher , dr. R. Schol , dr. K.M. Paarlberg , dr. R.A. Bruinsma
Tuberculose is een ernstige infectieziekte en één van de belangrijkste doodsoorzaken ter wereld. In Nederland komt deze infectieziekte echter niet zo vaak voor. Vanwege de grote verscheidenheid aan symptomen die door een actieve tuberculose veroorzaakt kan worden, is onderscheid tussen tuberculose en andere bacteriële infecties vaak moeilijk te maken. Meestal vindt de overdracht plaats via aerosolen tussen mensen maar in dit artikel beschrijven we een bijzondere besmettingsweg. Een prematuur geboren mannelijke patiënt werd met een respiratoire insufficiëntie opgenomen ten gevolge van een actieve tuberculose. Hij werd waarschijnlijk besmet tijdens de partus aangezien zijn moeder, zoals later bleek, een actieve genitale tuberculose had.
(Tijdschr Infect 2013;8:53-56)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 1, februari 2013
dr. P.R. van Dijk , dr. J.C. Ham , dr. P. Bloembergen , dr. P.H.P. Groeneveld
Capnocytophaga canimorsus is een Gram-negatieve, staafvormige bacterie die als commensaal voorkomt in de orofarynx van dieren. Zoönosen veroorzaakt door Capnocytophaga canimorsus ontstaan vaak na een bijt- of krabincident. De diagnostiek naar Capnocytophaga canimorsus wordt bemoeilijkt door de trage groei van Capnocytophaga canimorsus in bloedkweken. Bovendien wordt contact met dieren niet altijd vermeld tijdens de anamnese. Recent zagen wij drie patiënten met koorts met koude rillingen en/ of purpura en gewrichtspijnen. Bij patiënt A, een hondenbezitter, bleek na ontslag groei op te treden van Capnocytophaga canimorsus in de bloedkweken. Er was anamnestisch echter geen aandacht besteed aan contact met dieren. Bij patiënt B kwam bij herhaalde anamnese tijdens de opname een hondenbeet aan het licht. Patiënt C maakte een sepsis door, waarbij uit de bloedkweken een langzaam groeiende Gram-negatieve staaf kwam. Pas acht weken na ontslag was de definitieve determinatie bekend en kon de diagnose Capnocytophaga canimorsus sepsis worden gesteld, met als porte d’entrée een door een hondenlik geïnfecteerde schaafwond. De gepresenteerde ziektegeschiedenissen illustreren het belang van een grondige anamnese naar contact met dieren, in welke vorm dan ook. Bovendien moet bij verdenking op een Capnocytophaga canimorsus-infectie dit ook duidelijk worden vermeld op de aanvraag voor de microbiologische kweek vanwege de moeizame groei-eigenschappen van de Capnocytophaga canimorsus. Bij isolatie van een langzaam groeiende Gram-negatieve staaf uit een bloedkweek en verdachte anamnese moet sterk worden overwogen om behandeling voor Capnocytophaga canimorsus in te zetten.
(Tijdschr Infect 2013;8:22-26)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 6, december 2012
dr. M. van Oijen , dr. A.P. Oranje , dr. B. Naafs , dr. P.A. van Doorn
Deze casus beschrijft een 14-jarige patiënte met een klauwhand die ontstaan is als gevolg van een perifere zenuwbeschadiging na infectie met Mycobacterium leprae. Na het stellen van de diagnose lepra werd een behandeling gestart met dapson, rifampicine, clofazimine en prednison waarna verbetering optrad. Dit artikel bespreekt de belangrijkste klinische kenmerken van lepraneuropathie met de differentiële diagnose en geeft aanbevelingen voor de praktijk.
(Tijdschr Infect 2012;7:209-14)
Lees verder