TvI - jaargang 17, nummer 5, oktober 2022
K.J.M. van Bergen BASc, K. Scheltens , dr. R. Castel , dr. M.A.H. Braks , dr. A. Hofhuis , dr. R.C. Akkers , dr. M.D. Levin , drs. D.H. Spaan , dr. H.J. Vermeer , drs. E.B. Fanoy
Dit artikel beschrijft een casus van een reiziger die terugkeerde uit Sierra Leone met een Plasmodium ovale-infectie, ondanks profylaxe met atovaquon/proguanil (AP). AP-profylaxe wordt veel voorgeschreven voor de preventie van chloroquineresistente malaria. AP is bij een P. ovale-infectie alleen werkzaam op de schizonte bloedvormen, maar niet tegen latente hypnozoïeten in de lever. Deze casus illustreert het risico van het oplopen van een P. ovale-infectie ondanks profylaxegebruik bij reizigers uit gebieden waar malaria endemisch is.
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(5):175–80)
Lees verderTvI - 2022, nummer 4, september 2022
dr. M.G. Caris , dr. J. de Metz , drs. H.F.J. Thiesbrummel , dr. L.J. Wammes , J.E. Stalenhoef
Strongyloïdiasis wordt veroorzaakt door Strongyloides stercoralis, een nematode die wordt overgedragen via contact met besmette aarde en die endemisch is in de (sub)tropen. Hoewel de meeste chronische Strongyloides-infecties asymptomatisch blijven door een proces dat gereguleerde auto-infectie wordt genoemd, kan er disregulatie optreden wanneer geïnfecteerde individuen immuungecompromitteerd raken. Dit kan leiden tot een hyperinfectie of gedissemineerde infectie die een zeer hoge mortaliteit kent. Dit artikel beschrijft een casus van een 51-jarige man die 42 jaar na zijn emigratie vanuit Suriname een fatale gedissemineerde Strongyloides-infectie ontwikkelde tijdens een behandeling met prednison voor een reuscelarteriitis. Hoewel sterk wordt aanbevolen om patiënten uit endemische gebieden voor de start van immuunsuppressiva te screenen op Strongyloides, is dat in deze casus helaas niet gebeurd.
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(4):141–5)
Lees verderTvI - jaargang 17, nummer 3, juni 2022
drs. L.K. van Vugt , drs. Nathalie van der Moeren , drs. R.G. Bentvelsen , dr. J.J. Verweij , drs. R.B. Fiets , drs. P. van Wijngaarden
Schistosomiasis is een tropische worminfectie met een variabele presentatie. In Nederland zien artsen de infectie voornamelijk bij reizigers uit endemische gebieden. Schistosomiasis wordt behandeld met het anthelminthicum praziquantel. Schistosomiasis kan, wanneer het niet wordt behandeld, evolueren tot een chronische infectie. Aangezien het merendeel van de patiënten geen symptomen ontwikkelt ten tijde van een acute infectie, kan screening naar chronische schistosomiasis in risicopopulaties verstandig zijn. Van de chronische infecties ontwikkelt 10% zich tot hepatoliënale schistosomiasis, die zich kenmerkt door niet-cirrotische portale hypertensie, splenomegalie en hypersplenisme. Hepatoliënale schistosomiasis kent door het ontstaan van varicesbloedingen een hoge mortaliteit in een jonge patiëntenpopulatie. Deze casus beschrijft een jonge patiënt met een pancytopenie, waarbij systematische analyse uiteindelijk leidde tot de diagnose hepatoliënale schistosomiasis voor het ontstaan van varicesbloedingen.
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(3):97–102)
Lees verderTvI - volume 17, nummer 2, april 2022
drs. E.M. van den Bos , dr. L.E.M. Oosten , dr. A.H.E. Roukens
Een schimmelinfectie is een zeldzame, maar ernstige complicatie bij patiënten met hematologische maligniteiten. Bij chronische lymfatische leukemie (CLL) is het risico daarop normaal gesproken relatief laag, maar behandeling met ibrutinib, een Bruton-tyrosinekinaseremmer, blijkt dit risico te verhogen. Dit artikel beschrijft een 65-jarige CLLpatiënte met een auto-immuunhemolytische anemie, een idiopathische trombopenie en een hypogammaglobulinemie. Binnen 2 maanden na de start van een behandeling met ibrutinib en prednison vanwege haar tweede recidief-CLL kreeg zij last van koorts en verwardheid. Dit bleek te berusten op een pulmonale en cerebrale aspergillose. De patiënte werd succesvol behandeld met voriconazol. Het mechanisme waarmee ibrutinib patiënten vatbaar maakt voor schimmelinfecties is nog niet geheel opgehelderd, maar lijkt te berusten op een disfunctie van neutrofiele granulocyten. Ondanks deze potentieel ernstige complicatie is er nog geen duidelijke aanbeveling over het geven van antischimmelprofylaxe. Met name van belang blijven alertheid op opportunistische infecties en het tijdig verrichten van de relevante diagnostiek.
(TIJDSCHR INFECT 2021;17(2):62–7)
Lees verderTvI - jaargang 17, nummer 1, maart 2022
drs. M.M.P. van den Dorpel , drs. M. Wabbijn , dr. M. van Rijn , dr. A. Dees
Een 46-jarige man werd opgenomen vanwege passagiere koorts en nierfunctiestoornissen. Tijdens de ziekenhuisopname verbeterde dit spontaan. Beeldvormend onderzoek en aanvullend laboratoriumonderzoek toonden geen duidelijke verklaring. Bij controle op de polikliniek bleek uit de ingezette serologie dat het ziektebeeld paste bij een doorgemaakte infectie met Puumalavirus (een hantavirus). De diagnose hantavirusnefropathie werd gesteld. De besmetting en verspreiding van Puumalavirus vindt voornamelijk plaats via knaagdieren, in Nederland de rosse woelmuis, en verloopt door inhalatie van aërosolen, of contact met ontlasting of urine van deze dieren. Waarschijnlijk was de patiënt besmet via zijn werk als hovenier.
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(1):17–21)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 6, december 2021
drs. M. Bensink , dr. S.M. Mourad , drs. A.C. Dutman , drs. C. Oliveira dos Santos , dr. P.H.P. Groeneveld
Een 36-jarige, gezonde zwangere presenteerde zich met dyspnoe en sepsis zonder duidelijke focus. Onder verdenking van een COVID-19-infectie werd zij opgenomen in een tertiair centrum. Ondanks behandeling verslechterde het klinisch beeld van de patiënte snel, waarop besloten werd om bij een zwangerschapstermijn van 29+6 weken een sectio te verrichten. PCR-onderzoek op een vaginaal monster toonde een infectie aan met Chlamydia abortus: een bacterie die onder zoogdieren voorkomt en met name miskramen bij schapen en geiten veroorzaakt. De patiënte woonde op een schapenboerderij; de casus speelde zich af tijdens het lammerseizoen. Een sepsis op basis van een C. abortus bij zwangeren kan fulminant verlopen, maar is gelukkig zeldzaam.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(6):223–8)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 6, december 2021
drs. S. Cooijmans , dr. T. Sprong , dr. M.J.D. Dautzenberg , dr. A.S.M. Dofferhoff
Brucellose is wereldwijd 1 van de meest voorkomende bacteriële zoönosen, met jaarlijks 500.000 nieuwe infecties. In Nederland is de incidentie laag, mede daarom wordt de ziekte vaak niet of laat herkend. Besmetting vindt plaats door inname van geïnfecteerde, ongepasteuriseerde dierlijke voedselproducten, direct contact met geïnfecteerde dieren of via inhalatie van aerosolen. In eerste instantie bestaan de klachten vaak uit koorts, malaise, nachtzweten en artralgieën. Bij late herkenning is er een grotere kans op complicaties, zoals bacteriële endocarditis, meningo-encefalitis, osteomyelitis, nefritis en orchitis. De diagnose kan worden gesteld op basis van kweken of PCR van bloed, beenmerg of abcesinhoud, of door middel van serologie. De behandeling bestaat veelal uit doxycycline met gentamicine of rifampicine. Tijdige herkenning en behandeling van brucellose is van belang om een gecompliceerd beloop te voorkomen.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(6):218–22)
Lees verder