TvI - 2022, nummer 4, september 2022
dr. S.E. van Roeden
Urineweginfecties komen zeer frequent voor in de dagelijkse praktijk, met een incidentie van 124 per 1.000 vrouwen en 19 per 1.000 mannen in de eerste lijn.1 Antibioticaresistentie vormt in toenemende mate een probleem bij de behandeling van gecompliceerde urineweginfecties. Bij opgenomen patiënten op urologie-afdelingen in Nederland met een urineweginfectie veroorzaakt door Escherichia coli is 25% van de isolaten ongevoelig voor ciprofloxacine, 27% ongevoelig voor cotrimoxazol en 7–9% voor derdegeneratiecefalosporinen. 2 Bij deze groep is 12% geclassificeerd als multiresistent micro-organisme.2 In de huidige richtlijnen vormen tweede- en derdegeneratiecefalosporinen (met of zonder aminoglycoside) de basis van een empirische behandeling voor gecompliceerde urineweginfecties, waarbij aandacht gevraagd wordt voor patiënten met risicofactoren voor ‘extended-spectrum’-bèta-lactamase-dragerschap. 3 Na initiële behandeling in het ziekenhuis wordt het gros van de patiënten echter thuis ‘uitbehandeld’ met gerichte antibiotica op geleide van een kweek. Voor patiënten met urineweginfecties veroorzaakt door multiresistente micro-organismen, waarbij de huidige orale middelen geen optie meer zijn, kunnen orale carbapenems uitkomst bieden. Eckburg et al. onderzochten de effectiviteit en veiligheid van orale carbapenems bij patiënten met gecompliceerde urineweginfecties en/of pyelonefritis.4
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(4):155–6)
Lees verderTvI - jaargang 17, nummer 3, juni 2022
dr. L. Slobbe
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(3):118–9)
Lees verderTvI - volume 17, nummer 2, april 2022
drs. L. Strauven , dr. M. Gompelman
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(2):74–5)
Lees verderTvI - jaargang 17, nummer 1, maart 2022
dr. P.H.P. Groeneveld
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(1):34)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 5, oktober 2021
drs. R. Steingrover
Patiënten ouder dan 18 jaar met een positieve bloedkweek met een Enterobacter spp, K. aerogenes, S. marcescens, C. freundii, P. stuartii, of M. morganii die gevoelig waren voor piperacilline/tazobactam en derdegeneratiecefalosporinen werden binnen 72 uur 1:1 gerandomiseerd naar 4,5 g piperacilline/tazobactam intraveneus elke 6 uur of 1 g meropenem intraveneus elke 8 uur, beide voor ten minste 3 dagen en maximaal 14 dagen. Alle patiënten werden gevolgd tot 30 dagen na de start van de behandeling. De primaire uitkomstmaat voor effectiviteit was samengesteld uit mortaliteit, koorts of leukocytose (>12 x 109/l), microbiologisch falen (groei van het micro-organisme uit bloed of steriele locatie op dag 3–5) en microbiologisch recidief (groei van micro-organisme uit bloed of steriele locatie op dag 5–30). Van de 850 gescreende patiënten werden 79 gerandomiseerd, van wie 72 correct met studiemedicatie zijn gestart. Van 38 patiënten met piperacilline/ tazobactam bereikten 11 de samengestelde uitkomst op dag 30. In de meropenemgroep waren dat 7 van de 34 patiënten; een risicoverschil van 8% (95%-BI: -12% tot 28%]. In de piperacilline/tazobactamgroep waren meer patiënten met klinisch falen, maar geen sterfte, terwijl in de meropenemgroep 2 personen overleden binnen de studietijd. Van de gekweekte bacteriën testte 96% gevoelig voor piperacilline/tazobactam en 100% voor meropenem.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(5):190-1)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 4, september 2021
dr. I.N. Vlasveld
(TIJDSCHR INFECT 2021:16(4):147)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 3, juni 2021
dr. A.S.M. Dofferhoff
Bij patiënten met een milde tot matig ernstige ‘community acquired pneumonia’ (CAP) die wordt behandeld met een β-lactamantibioticum of een fluorochinolon, kan volgens de huidige SWAB-richtlijn de behandelingsduur worden verkort tot 5 dagen, mits na 3 dagen behandeling een duidelijke verbetering is te zien.1 Dit advies geldt niet voor de patiënten die behandeld zijn met doxycycline, omdat daar geen studies naar zijn gedaan. Ook pneumonie veroorzaakt door Staphylococcus aureus of intracellulaire micro-organismen behoeven een langere behandelingsduur.
Het moge duidelijk zijn dat onnodig lange antibioticabehandelingen onder andere kunnen leiden tot grotere antibioticadruk in de populatie, met resistentie tot gevolg, meer bijwerkingen en meer kosten.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(3):104)
Lees verder