TvI - jaargang 18, nummer 4, november 2023
dr. M. Wouthuyzen-Bakker , drs. H. Scheper
Een geïnfecteerde gewrichtsprothese (‘prosthetic joint infection’, PJI) is een ernstige complicatie die kan optreden na orthopedische chirurgie. De behandeling van PJI bestaat uit een chirurgisch debridement, met of zonder vervanging van de prothese, en langdurige antimicrobiële behandeling. Rifampicine wordt beschouwd als een van de hoekstenen van behandeling voor patiënten met een PJI veroorzaakt door stafylokokken, maar de exacte rol van rifampicine bij PJI in verschillende klinische settings verdient nog nader onderzoek. Dit artikel geeft een overzicht van in-vitro-, in-vivo- en klinische studies die de basis vormen van huidige richtlijnen. Daarnaast worden aanbevelingen gegeven voor het gebruik van rifampicine bij PJI in de dagelijkse praktijk en worden enkele onderzoeksvragen geformuleerd die in de nabije toekomst beantwoord moeten worden.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(4):136–43)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 4, november 2023
drs. D.T.P. Buis , drs. S. Douiyeb , dr. K.C.E. Sigaloff
Ondanks verbeteringen in de zorg voor patiënten met Staphylococcus aureus-bacteriëmie (SAB) blijven de morbiditeit en mortaliteit van deze ziekte hoog. De hoge ziektelast van SAB en de veranderende epidemiologie vragen om nieuwe studies die richting kunnen geven aan behandelbeslissingen in de klinische praktijk. In de afgelopen jaren is een ontwikkeling gaande richting meer gepersonaliseerde zorg voor SAB-patiënten. Belangrijke aandachtspunten zijn het individualiseren van de behandeling met 18F-FDG-PET/CT, efficiënter gebruik van bestaande antibiotica en, voor geselecteerde patiënten, gedeeltelijk orale behandeling en een kortere behandelduur. Recentelijk zijn meerdere studies verschenen die suggereren dat deze gepersonaliseerde behandelstrategieën effectief kunnen zijn voor de behandeling van SAB. Lopende en toekomstige gerandomiseerde studies zoals de SNAP-trial en de SAFE-trial zullen naar verwachting robuuster bewijs leveren over de effectiviteit van deze behandelopties.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(4):144–8)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 3, september 2023
dr. J. van Dongen , dr. P. Bruijning-Verhagen
Rotavirus is een veelvoorkomende oorzaak van acute gastro-enteritis bij kinderen. Een medicamenteuze behandeling is niet beschikbaar; de behandeling bestaat uit symptoombestrijding en het voorkomen van dehydratie. Preventie door vaccinatie kan de ziektelast en sterfte (5–6 kinderen per jaar in Nederland) verminderen. Rotavirusvaccinatie voor zuigelingen is beschikbaar sinds 2006: in Europa zijn Rotarix en RotaTeq goedgekeurd. Beide orale vaccins werken door middel van het nabootsen van de natuurlijke immuunreactie en zijn meer dan 80% effectief tegen ernstige rotavirusinfectie en ziekenhuisopname. Het bijwerkingenprofiel is gunstig, met uitzondering van de zeldzame bijwerking invaginatie. Om het risico op invaginatie zo laag mogelijk te houden, wordt geadviseerd vaccinatie met de eerste dosis vroeg in het leven toe te dienen (liefst bij een leeftijd tussen 6–9 weken). Vanaf 2024 zal rotavirusvaccinatie beschikbaar komen voor alle zuigelingen in Nederland via het Rijksvaccinatieprogramma.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(3)97–102)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 3, september 2023
dr. L. Dix , dr. N. Verkaik , drs. A. Bloem , dr. H. Bax , dr. E. Yusuf
In dit overzichtsartikel worden ‘nieuwe’ antibiotica beschreven die voornamelijk actief zijn tegen grampositieve micro-organismen, waaronder meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en vancomycine-resistente Enterococcus spp. (VRE). Door lagere doseringsfrequentie, kortere behandelduur en een gunstiger bijwerkingenprofiel zijn antibiotica zoals dalbavancine en tedizolid interessant voor de behandeling van complexe infecties waarbij langdurige behandeling vaak nodig is. Vanwege de lage prevalentie van infecties met MRSA en VRE worden de nieuwe middelen nog niet vaak ingezet in Nederland.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(3):88–96)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 2, mei 2023
drs. A.L.J. van Delft , dr. R.A.G. Huis in ’t Veld , dr. C.H.S.B. van den Berg
Invasieve infecties met groep A-streptokokken (Streptococcus pyogenes) kunnen levensbedreigend zijn. De voornaamste behandeling van deze infecties bestaat uit ‘source control’ antibiotica en ondersteunende therapie. Op pathofysiologische basis kan er een rol zijn voor het geven van intraveneuze immuunglobulinen (IVIG) als aanvullende behandeling. Voor het geven van IVIG in de behandeling van necrotiserende wekedeleninfecties en ‘toxic shock syndrome’ is weinig solide bewijs. Toch lijkt het geven van IVIG een gunstig effect te hebben op de mortaliteit. IVIG wordt geadviseerd in de richtlijn Necrotiserende wekedeleninfecties en kan worden overwogen in de behandeling van ‘toxic shock syndrome’.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(2):44–9)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 2, mei 2023
dr. D.W. Notermans
Editorial bij de bijdrage van Van Delft AL, Huis in ’t Veld RA, Van den Berg CH. Intraveneuze immuunglobulinen bij invasieve groep A-streptokokken op de intensive care: de stand van zaken. Tijdschr Infect 2023;18(2):44-9.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(2):42–3)
Lees verderTvI - jaargang 18, nummer 2, mei 2023
dr. T. Mulder , dr. L.G.M. Daenen , dr. A.D. van Zuilen , dr. F.M. Verduyn Lunel , dr. M.A. de Witte , dr. A.H.W. Bruns , dr. M.P.M. Hensgens
Ongeveer de helft van de volwassenen in Nederland heeft ooit een cytomegalovirus (CMV)-infectie gehad, waarna het virus latent aanwezig blijft in het lichaam. Bij mensen met een verminderde afweer, in het bijzonder na een solide orgaantransplantatie of een hematopoëtische stamceltransplantatie, gaat een CMV-infectie gepaard met een hoge morbiditeit en mortaliteit. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende uitingsvormen van CMV en van de strategieën om morbiditeit te voorkomen. Daarnaast wordt een aantal nieuwe antivirale middelen toegelicht (letermovir en maribavir) voor zowel profylaxe als behandeling van CMV-infecties.
(TIJDSCHR INFECT 2023;18(2):50–6)
Lees verder