TvI - jaargang 15, nummer 1, februari 2020
drs. I. Schreuder , dr. A.J.J. Lammers , namens de Werkgroep Infectiepreventie bij (functionele) asplenie
De milt heeft een belangrijke functie bij de afweer tegen infecties. Van asplenie is sprake bij (1) patiënten met een (partieel) verwijderde milt na operatie of na embolisatie (naar schatting 1.000 gevallen per jaar in Nederland), (2) patiënten met een congenitale asplenie en (3) een heterogene groep patiënten met comorbiditeit als oorzaak voor (functionele) asplenie. Aspleniepatiënten lopen een verhoogd risico op invasieve infecties met gekapselde bacteriën. Dit zijn in het bijzonder pneumokokken, en bijvoorbeeld ook Haemophilus influenzae type b en meningokokken. Tot wel 90% van de postsplenectomie-infecties wordt veroorzaakt door pneumokokken. Bij personen met een (functionele) asplenie wordt een aantal preventiemaatregelen aanbevolen, waaronder vaccinaties, antibioticagebruik en patiëntenvoorlichting. Het Nederlandse beleid was niet eenduidig en behoefde herziening. Daarom is de richtlijn voor personen met (functionele) asplenie in 2019 herzien, waarbij een aantal aanbevelingen is gewijzigd, waaronder met betrekking tot vaccinatie en antibioticagebruik. Het doel hiervan was meer uniformiteit in het preventiebeleid bij aspleniepatiënten.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(1):26-30)
TvI - jaargang 14, nummer 6, december 2019
M.L. van Schaik , drs. D. ten Kate , dr. G.H.J. Wagenvoort , drs. B. Tomlow
TvI - jaargang 14, nummer 5, oktober 2019
M.W. Borgdorff , dr. C. Erkens , dr. C. Mulder
Dit artikel geeft een overzicht van de richtlijnen uit 2018 voor de kortere behandeling van latente Mycobacterium tuberculosis-infectie (LTBI), opgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie. Een kortere behandeling van LTBI zal, bij een gelijke kans op bijwerkingen, het risico op incomplete behandeling verminderen. In de Nederlandse praktijk is in de afgelopen 10 jaar de lange behandeling (ten minste 6 maanden isoniazide) al grotendeels vervangen door 3 maanden isoniazide met rifampicine. Onlangs is gerapporteerd dat effectieve behandeling mogelijk is met slechts 1 maand rifapentine en isoniazide. Onderzoek naar nieuwe tests vindt plaats om te voorspellen welke personen met LTBI een hoge kans hebben op tuberculose, wat gerichtere LTBI-behandeling mogelijk kan maken.
TvI - jaargang 14, nummer 4, augustus 2019
C.A. de Pijper MSc, drs. I. Schreuder , drs. C. Stijnis
Kort nadat in 2018 de Wereldgezondheidsorganisatie haar rabiësrichtlijn had aangepast, is het Nederlandse rabiësbeleid herzien. Een van de wijzigingen betreft de reductie van 3 naar 2 vaccinaties in het kader van de pre-expositieprofylaxe. De achtergrond en de wetenschappelijke onderbouwing van het herziene vaccinatieschema worden in dit artikel nader toegelicht.
(TIJDSCHR INFECT 2019;14(4):151-3)
TvI - jaargang 14, nummer 3, juni 2019
prof. dr. H.J.C. de Vries , dr. A.P. van Dam , namens de werkgroep Seksueel overdraagbare aandoeningen
(TIJDSCHR INFECT 2019;14(3):109-10)
Lees verderTvI - jaargang 14, nummer 2, april 2019
M. Vonk , namens de werkgroep Asielzoekers en infectieziekten
Met de komst van grote aantallen asielzoekers naar West-Europa in korte tijd en hun bijzondere leefsituatie, ontstaan nieuwe risicosituaties op het gebied van infectieziektebestrijding. De gebruikelijke protocollen en richtlijnen voldoen in deze omstandigheden soms niet, waardoor betrokken artsen hier met goede reden van af kunnen wijken. In de afgelopen jaren zijn door diverse organisaties en op verschillende plekken ervaringen opgedaan die (in)direct zijn gerelateerd aan de infectieziektebestrijding enerzijds en de specifieke omstandigheden en problemen bij asielzoekers anderzijds. Het LCI-draaiboek Infectieziekten in opvangcentra voor asielzoekers bundelt deze ervaringen.
TvI - jaargang 14, nummer 1, februari 2019
J.G.M. Hoefnagel , drs. N. Nutma
De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding van het RIVM heeft de afgelopen 3 jaar 9 richtlijnen gepubliceerd over extra vaccinaties op maat. Het betreft vaccinaties tegen humaan papillomavirus, kinkhoest, meningokokken typen A, C, W, Y en B, pneumokokken, rotavirus, waterpokken en gordelroos. Deze richtlijnen bespreken op structurele wijze het vaccin, de indicaties en contra-indicaties, de effectiviteit, bijwerkingen, het doseringsschema en de beschermingsduur. Dit artikel geeft een overzicht en een samenvatting van deze richtlijnen.
(TIJDSCHR INFECT 2019;14(1):20-4)