Fecestransplantatie mogelijk zinvol bij C. difficile en colitis ulcerosa, niet bij ziekte van Crohn

april 2023 Preventie Willem van Altena

Fecale microbiota transplantatie (FMT), ook wel ‘poeptransplantatie’ genoemd, is een effectieve behandeling voor diverse aandoeningen van het darmkanaal. Het staat onder meer bekend als een effectieve behandeling voor recidiverende Clostridioide difficile-infecties. Een nieuwe Cochrane-review verschenen in de Cochrane Database of Systematic Reviews laat zien dat bij in totaal 320 patiënten met een C. difficile-infectie dat na een FMT 77% van hen geen herinfectie kreeg. Bij degenen die alleen de standaard antibiotica (vancomycine) ontvingen, trad bij 60% opnieuw een infectie op.

Er was al eerder bewijs gevonden dat de samenstelling van het darm microbioom de kans op terugkerende C.difficile infecties kan verhogen, met ernstige diarree tot gevolg. Antibiotica heeft vaak een negatieve invloed op de darmflora, zogeheten dysbiose. Daardoor zou de standaardbehandeling met antibiotica een infectie eerder in de hand werken dan de kop indrukken. De patiënt dreigt verzeild te raken in een vicieuze cirkel van een kort behandeleffect gevolgd door een terugkerende infectie. Dit gebeurt bij bijna een derde van de besmette personen. Door een FMT komen heilzame microbiota van een gezonde donor in de darmen van de patiënt, die ervoor zorgen dat de darmflora zich weer herstelt, wat de terugkeer van C.difficile moet verhinderen.

Wetenschappers hebben nu geprobeerd aan te tonen dat dysbiose ook een rol speelt bij andere darmaandoeningen als colitis ulcerosa (UC) en de ziekte van Crohn (CD). Daartoe werden 12 internationale studies geanalyseerd waarbij in totaal 550 deelnemers betrokken waren. De resultaten waren niet eenduidig. Er bleken tekenen te zijn dat FMT wel zinvol kon zijn bij colitis ulcerosa, maar bij de ziekte van Crohn werden geen overtuigende resultaten gezien.

Twaalf studies

Van de 12 studies werden er 3 uitgevoerd in Australië; 2 in Canada; en 1 in elk van de volgende landen: China, Tsjechië, Frankrijk, India, Nederland en de VS. Eén studie werd zowel in Israël als in Italië uitgevoerd. FMT werd toegediend in de vorm van capsules of suspensies en toegediend via de mond, nasoduodenale buis, klysma of colonoscopie. Eén studie leverde FMT via zowel orale capsules als colonoscopie. Zes studies hadden een algemeen laag risico van vertekening, terwijl de andere een onduidelijk of hoog risico van vertekening hadden.

Tien studies met 468 deelnemers, waarvan negen gericht op volwassenen en één gericht op kinderen, rapporteerden inductie van klinische remissie bij mensen met UC bij de langste follow-up (bereik 6 tot 12 weken) en toonden aan dat FMT de percentages inductie van klinische remissie bij UC kan verhogen in vergelijking met controle (risk ratio (RR) 1,79, 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) 1,13 tot 2,84; bewijs met lage zekerheid).

Vijf studies toonden aan dat FMT bij de langste follow-up (tussen 8 en 12 weken) het percentage inductie van endoscopische remissie in UC kan verhogen; de CI’s rond de samenvattende schatting waren echter breed en omvatten een mogelijk nihil effect (RR 1,45, 95% CI 0,64 tot 3,29; bewijs met lage zekerheid).

Weinig tot geen verschil

Negen studies met 417 deelnemers toonden aan dat FMT mogelijk leidt tot weinig tot geen verschil in het aantal ongewenste voorvallen (RR 0,99, 95% CI 0,85 tot 1,16; bewijs met een lage zekerheid). Het bewijs was zeer onzeker over het risico van ernstige bijwerkingen (RR 1,77, 95% CI 0,88 tot 3,55; bewijs met zeer lage zekerheid) en verbetering van de levenskwaliteit (gemiddeld verschil (MD) 15,34, 95% CI -3,84 tot 34,52; bewijs met zeer lage zekerheid) wanneer FMT werd gebruikt om remissie in UC te induceren.

Twee studies, waarvan één ook gegevens bijdroeg voor inductie van remissie bij actieve UC, beoordeelden het behoud van remissie bij mensen met gecontroleerde UC bij de langste follow-up (bereik 48 tot 56 weken). Het bewijs was zeer onzeker over het gebruik van FMT voor behoud van klinische remissie (RR 2,97, 95% CI 0,26 tot 34,42; bewijs met zeer lage zekerheid) en endoscopische remissie (RR 3,28, 95% CI 0,73 tot 14,74; bewijs met zeer lage zekerheid). Het bewijs was ook zeer onzeker over het risico van ernstige bijwerkingen, het risico van eventuele bijwerkingen, en verbetering van de kwaliteit van leven wanneer FMT werd gebruikt om remissie in UC te handhaven.

Eén studie met 21 deelnemers rapporteerde gegevens over FMT voor behoud van remissie bij mensen met CD. Het bewijs was zeer onzeker over het gebruik van FMT voor behoud van klinische remissie bij CD na 24 weken (RR 1,21, 95% CI 0,36 tot 4,14; bewijs met zeer lage zekerheid). Het bewijs was ook zeer onzeker over het risico van ernstige of andere bijwerkingen wanneer FMT werd gebruikt om remissie bij CD te handhaven. Geen van de studies rapporteerde gegevens over het gebruik van FMT voor behoud van endoscopische remissie of verbetering van de kwaliteit van leven bij mensen met CD.

Referentie

Imdad A, Pandit NG, Zaman M, Minkoff NZ, Tanner-Smith EE, Gomez-Duarte OG, Acra S, Nicholson MR. Fecal transplantation for treatment of inflammatory bowel disease. Cochrane Database of Systematic Reviews 2023, Issue 4. Art. No.: CD012774. DOI: 10.1002/14651858.CD012774.pub3.