Tuberculose (TBC) die resistent is tegen rifampicine is een ernstige infectieziekte die zeer lastig te behandelen is. In het verleden werd bij slechts een derde van de mensen met geneesmiddelresistente TBC een behandeling gestart en deze behandeling bleek zelden toereikend. Om deze reden is enkele jaren geleden een 6-maands oraal regime van bedaquiline, pretomanide en linezolid (BPal) ontwikkeld, waarvan in meerdere studies een effectiviteit van 90% werd gezien in de behandeling van antibioticaresistente TBC. Hierbij werd echter wel significante hematologische en neurologische toxiciteit gezien, voornamelijk geïnduceerd door de hoge dosis (1.200 mg) linezolid. Na de goedkeuring van het BPal-regime in de V. in 2019 zijn een aantal artsen gestart met het toedienen van BPal met een lagere initiële linezolid-dosis (600 mg), waarbij patiënten intensief werden gemonitord en de linezolid-dosis aangepast werd aan de hand van de concentratie in het serum. Afgelopen maand werden de bevindingen van deze aanpak gedeeld in Clinical Infectious Diseases.
In de studie werden data opgenomen van Amerikaanse patiënten met rifampicine–resistente of -intolerante TBC, die tussen oktober 2019 en juni 2022 werden behandeld met BPal. Deze data werden geanalyseerd door de BPaL Implementation Group, waarbij gekeken werd naar het initiële onderzoek, ECG-metingen en klinische monitoring gedurende de behandeling en de follow-upperiode. De arts paste de linezolid-dosering aan naar eigen inzicht, met behulp van therapeutische geneesmiddelenmonitoring (‘therapeutic drug monitoring’, TDM). Hierbij wordt getracht een serumconcentratie linezolid <2ug/ml te houden, aangezien dit correleert met verminderde toxiciteit.
Totaal startten er 70 TBC-patiënten met BPal, waarvan 87% resistentie vertoonde tegen rifampicine en 13% intolerantie tegen rifampicine. Van de deelnemers had 24% last van extrapulmonaire ziekte. Uiteindelijk voltooide 97,1% van de patiënten de behandeling, waarna twee patiënten recidiveerden. De artsen startten met een linezolid-dosis van 600 mg eenmaal dagelijks, die zo nodig aangepast werd aan de hand van de TDM. Daarnaast werden de patiënten klinisch en via labwaarden in de gaten gehouden op het gebied van bijwerkingen, benodigde aanvullende zorg of consultatie met een expert. Na een mediane BPaL-behandeling van 6 maanden werd in deze periode bij 3 patiënten (4,4%) hematologische toxiciteit gezien en bij 4 patiënten (5,9%) neurotoxiciteit, waarna de linezolid-dosis of -frequentie moest worden aangepast. Geen van de deelnemers vertoonde een verlengd QT-interval.
In deze studie werd gezien dat BPal een effectieve behandeling is bij rifampicine–resistente of -intolerante tuberculose. Door de dosis linezolid te verlagen en aan te passen op basis van intensieve monitoring, bleef de toxiciteit ook laag. Tevens was het nu mogelijk de TBC-behandeling in 6-9 maanden af te ronden, waar de aanbevolen behandelduur bij bestaande behandelregimes voor geneesmiddelresistente TBC typisch 18-24 maanden is, en gepaard gaat met een lagere effectiviteit.
Referentie