Samenvatting

Ondanks diverse preventieprogramma’s en de introductie van combinatie antiretrovirale therapie is er de afgelopen jaren geen duidelijke afname geweest van het aantal nieuwe hiv-infecties onder mannen die seks hebben met mannen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn toegenomen virulentie, toename van seksueel risicogedrag en transmissie door personen die zich niet bewust zijn van hun infectie. Vaker testen en ‘opt-out’-strategieën hebben geleid tot een toename van het aantal hiv-diagnoses. Een specifieke groep die bijdraagt aan het in stand houden van de epidemie zijn personen met een acute infectie. Tevens laten recente studies zien dat het zeer vroeg starten van behandeling tijdens de acute fase van infectie geassocieerd is met remming van schade aan het afweersysteem en daarmee met een betere klinische prognose. Vanuit dit oogpunt is het stellen van vroege diagnose van acute infectie van groot belang. De recent in gebruik genomen vierde generatie ELISA hiv-test is in staat om zowel p24-antigeen als hiv-specifieke IgM en IgG te meten. De periode (‘window’) tussen hiv-expositie en een positieve vierde generatie ELISA is 15–20 dagen. Voor een vroegere diagnose is echter een hiv-RNA-test nodig die deze fase verkort tot ongeveer zeven dagen. Optimalisatie van test-strategieën waarbij laagdrempelig de vierde generatie ELISA gecombineerd wordt met een hiv-RNA-test zou geïncorporeerd kunnen worden in de routine diagnostiek ten einde hiv-infecties zo vroeg mogelijk na besmetting vast te stellen en patiënten tijdig te behandelen.