Samenvatting

Een effectief vaccin tegen malaria zou van groot belang zijn voor de bestrijding van deze belangrijke infectieziekte, maar is tot op heden niet beschikbaar. Kandidaat-vaccins tegen specifieke stadia van de levenscyclus van Plasmodium-parasieten bevinden zich in verschillende fasen van klinische ontwikkeling. Veelbelovend zijn de pre-erytrocytaire vaccins, gericht tegen de sporozoieten en/of leverstadia; het subunit-vaccin RTS,S wordt getest in een fase III-studie in Afrika maar biedt vooralsnog dusdanig bescheiden bescherming dat de zoektocht naar effectievere vaccins noodzakelijk blijft. Een alternatief zijn levend verzwakte sporozoieten, die vrijwel volledige bescherming opwekken in het gecontroleerde humane malaria-infectiemodel. Bloedstadium-vaccins zijn gericht tegen aseksuele vormen die de klachten en complicaties veroorzaken, maar deze producten laten tot op heden geen bescherming zien. Transmissieblokkerende vaccins ten slotte zijn gericht tegen de seksuele stadia die verantwoordelijk zijn voor overdracht van de parasiet van mens op mug en daarmee verspreiding in de populatie; klinische ontwikkeling van dit type vaccin staat nog in de kinderschoenen. Concrete uitdagingen voor de nabije toekomst zijn 1) identificatie van nieuwe antigenen voor subunit-vaccins in combinatie met effectieve adjuvantia en 2) optimalisering van de productie en toediening van levend verzwakte sporozoieten. Financiële en politieke prioritering zullen cruciaal zijn voor succesvolle realisatie van een effectief vaccin.

(Tijdschr Infect 2014;9(2):37-42)