De behandeling van hiv is de afgelopen decennia sterk verbeterd, met een breed scala aan therapieën die de viruslast kunnen onderdrukken. Ondanks deze vooruitgang blijft de therapietrouw een uitdaging voor mensen met hiv die dagelijks medicatie moeten innemen. Er is dan ook grote belangstelling voor behandelingen die minder frequent kunnen worden toegediend, zoals wekelijkse combinatietherapieën. Eerder dit jaar werden de voorlopige resultaten van een fase II-studie naar de veiligheid en werkzaamheid van een wekelijkse combinatietherapie met islatravir en lenacapavir (ISL+LEN) bij virologisch onderdrukte mensen met hiv-1 gepresenteerd, waaruit bleek dat wekelijkse combinatietherapie met ISL+LEN een hoge mate van virologische suppressie kon handhaven na 24 weken. Tijdens HIV Glasgow 2024 presenteerde Amy Colson (Community Resource Initiative, Boston, VS) de langetermijnresultaten van deze fase II-studie.1
Dagelijkse hiv-medicatie blijft een uitdaging voor de therapietrouw, waardoor de werkzaamheid op de lange termijn afneemt. Minder frequente doseringen, kunnen de therapietrouw verbeteren en mensen met hiv meer vrijheid bieden.2 De nucleoside ‘reverse’-transcriptaseremmer islatravir en capside-remmer lenacapavir, hebben een krachtige antiretrovirale werking bij lage doseringen en een lange halfwaardetijd waardoor wekelijkse behandelingen haalbaar zijn.
In deze ‘open-label’ fase II-studie werden de veiligheid en werkzaamheid van een wekelijkse orale combinatie van ISL+LEN onderzocht bij mensen met virologisch onderdrukte hiv-1. De inclusiecriteria waren: (a) een hiv-1-RNA-plasmaconcentratie ≤50 kopieën/ml gedurende ≥6 maanden bij een dagelijkse behandeling met bictegravir, emtricitabine, tenofovir en alafenamide (B/F/TAF); (b) een CD4+-T-cellenaantal ≥350 cellen/µl; (c) een lymfocytenaantal ≥900 cellen/µl; en (d) geen hepatitis B-infectie. Deelnemers werden 1:1 gerandomiseerd tussen een wekelijkse behandeling met ISL+LEN (2mg islatravir + 300mg lenacapavir) of voortzetting van een dagelijkse behandeling met B/F/TAF. De uitkomstmaten na 48 weken follow-up die tijdens dit congres besproken zijn, waren onder andere de virologische suppressie gedefinieerd als het percentage deelnemers bij wie eenhiv-1-RNA-plasmaconcentratie <50 kopieën/ml werd vastgesteld, de veranderingen in het CD4+-T-cellenaantal en het lymfocytenaantal. Andere uitkomstmaten waren de veiligheid, de verandering in lichaamsgewicht (BMI) en de therapietrouw op week 48. Virologische uitkomsten werden beoordeeld met het ‘FDA-snapshotalgoritme’ en de therapietrouw werd gemeten aan de hand van het aantal ingenomen pillen.
In totaal werden 104 deelnemers geïncludeerd in de studie waarvan er 52 een behandeling met ISL+LEN kregen en 52 een behandeling met B/F/TAF kregen. De demografische gegevens bij aanvang van de studie waren vergelijkbaar tussen de beide groepen (gemiddelde leeftijd: 40 jaar; mediane BMI: 27,1; gemiddelde aantal CD4+-T-cellen: 786 cellen/µl; gemiddelde lymfocytenaantal: 1,94×10³ cellen/µl). Na 48 weken behandeling werd bij geen van de deelnemers in beide behandelgroepen een hiv-1-RNA-plasmaconcentratie van 50 kopieën/ml of meer vastgesteld. Tussen de twee behandelgroepen werd geen statistisch significant verschil waargenomen in de gemiddelde verandering in CD4+-T-cellenaantal of lymfocytenaantal (resp. p=0,885 en p=0,235). Verder, bleef de mediane BMI onveranderd. In de ISL+LEN-groep rapporteerde 19,2% van de deelnemers ongewenste voorvallen (AE’s) van graad 1 of 2, vergeleken met 5,8% in de dagelijks behandelde B/F/TAF-groep. Twee patiënten in de ISL+LEN-groep hadden een droge mond of misselijkheid. Er waren geen AE’s van graad 3 of hoger gerapporteerd in beide groepen. Ernstige AE’s werden gerapporteerd bij 3 patiënten in de ISL+LEN-groep. Bij 2 deelnemers in de ISL+LEN-groep was er sprake van een stopzetting van de behandeling door een AE, maar deze waren niet gerelateerd aan de behandeling. De mate van therapietrouw was vergelijkbaar in de groep die wekelijks ISL+LEN kreeg ten opzichte van de groep die de dagelijkse behandeling ontving met B/F/TAF.
De resultaten van deze fase II-studie tonen aan dat behandeling met ISL+LEN goed werd verdragen door mensen met hiv-1 die eerder dagelijks werden behandeld met B/F/TAF. Ook bleef virologische suppressie behouden, wat de haalbaarheid van wekelijkse orale toediening van ISL+LEN ondersteunt. Momenteel lopen er twee fase III-studies (ISLEND-1 en ISLEND-2) om te onderzoeken of deze combinatie het eerste wekelijkse orale behandelregime kan worden voor mensen met hiv-1.
Referenties
Tekst: Pien Maarschalkerweerd