Apenpokken (‘Monkeypox’, mpox) is een ziekte die wordt veroorzaakt door het mpox-virus, dat oorspronkelijk vooral in West- en Midden-Afrika voorkwam. In het begin van 2022 vond er een wereldwijde uitbraak van mpox plaats, die voornamelijk mannen trof die seks hebben met mannen (MSM). Van de getroffenen bleek een aanzienlijk deel (40%) hiv-positief te zijn. Tijdens HIV Glasgow 2024 presenteerde Maryam Khan (Queen Mary University of London, London, VK) de resultaten van een studie naar de serologische en immunologische respons tegen mpox bij mensen met hiv.
Naast voorlichting en onderwijs was de belangrijkste controlestrategie van de mpox-uitbraak vaccinatie met het gemodificeerde vacciniavirus Ankara (‘modified vaccinia Ankara’, MVA), een derdegeneratievaccin tegen mpox. Dit vaccin kan een krachtige immuunrespons tegen mpox opwekken, maar de werkzaamheid en stabiliteit van het vaccin bij mensen met hiv is onduidelijk. In deze studie zijn de effectiviteit en de stabiliteit van het MVA-vaccin tegen mpox onderzocht bij mensen met hiv.1
In deze retrospectieve cohortstudie werden mannen met hiv geïncludeerd die virologische onderdrukt waren (hiv-RNA-plasmaconcentratie <50 kopieën/ml) en behandeling met antiretrovirale therapie (ART) kregen. De deelnemers werden onderverdeeld in twee cohorten. Het eerste cohort bestond mannen die een mpox-infectie hadden doorgemaakt (post-infectie; PI-cohort). Het tweede cohort bestond uit mannen die twee vaccinaties met het MVA-vaccin hadden gekregen, met een tussenperiode van een maand (Vax-cohort).
De belangrijkste uitkomstmaten waren de serologische en cellulaire respons. Voor de serologische respons werden de niveaus van immunoglobuline G (IgG)-antilichamen tegen negen recombinante antigenen van het mpox-virus (A5L, A27L, A29L, A35R, B2R, B6R, E8L, H3L, M1R) en drie recombinante antigenen van MVA (V.A27L, V.A33R, V.B5R) gemeten. De cellulaire respons werd geëvalueerd door het aantal CD4- en CD8-positieve T-cellen te bepalen tegen mpox- en orthopokkenvirus-specifieke peptiden. Hiervoor werden bloedmonsters op één tijdstip afgenomen (ten minste 3 maanden na infectie of vaccinatie).
Het niveau van IgG-antilichamen werd gemeten door middel van Luminex, in samenwerking met dr. Ash Otter en dr. Scott Jones, die deze assay hebben ontwikkeld om de serologische mpox-responsen te meten.2
In samenwerking met dr. Kris Subramanium van de universiteit van Liverpool is de cellulaire respons bepaald met behulp van een interferon gamma (IFNγ) LSPO test.3
In totaal werden 18 mannen met hiv geïncludeerd waarvan 9 deelnemers in het PI-cohort en 9 deelnemers in het Vax-cohort. Alle deelnemers in het PI-cohort waren wit Brits en in het Vax-cohort waren 7 van de 9 mannen wit Brits en 2 van de 9 mannen waren zwart Caribisch. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers in het PI-cohort was 42 jaar en in het Vax-cohort 41 jaar. De gemiddelde tijd sinds de hiv-infectie was 12 jaar in het PI-cohort en 16 jaar in het Vax-cohort. Ten tijde van de bemonstering was de mediane tijd sinds de mpox-infectie 18 jaar in het PI-cohort en 15 jaar in het Vax-cohort.
De niveaus van IgG-antilichamen tegen acht verschillende mpox-virusantigenen bleken niet te verschillen tussen het PI-cohort en het Vax-cohort. Echter, het niveau IgG-antilichamen tegen A.27L, een specifiek mpox-virusantigeen, was statistisch significant hoger in het PI-cohort vergeleken met het Vax-cohort (2.819 vs. 133; p=0,05). Daarnaast waren de IgG-responsen op de 3 MVA-antigenen vergelijkbaar tussen beide cohorten. Twee deelnemers in het Vax-cohort hadden geen meetbare IgG-respons tegen 1 van de 3 MVA-antigenen of alle 9 mpox virusantigenen, ondanks dat ze gevaccineerd waren.
Er werd geen verschil in mpox-specifieke T-celresponsen waargenomen tussen beide cohorten. Echter, werd er wel een statistisch significant hogere CD4- en CD8-positieve T-celrespons op orthopokkenvirus-specifieke peptiden waargenomen bij deelnemers in het Vax-cohort vergeleken met het PI-cohort (46 vs. 22; p=0,05). Met name de twee deelnemers die ondanks vaccinatie geen serologische respons op de MVA-antigenen vertoonden, produceerden krachtige orthopokkenvirus-specifieke CD4- en CD8-positieve T-celresponsen.
Zowel de MVA-vaccinaties als een mpox-infectie produceerden krachtige serologische responsen op mpox bij mensen met hiv. Deelnemers uit het Vax-cohort hadden een hogere CD4- en CD8-positieve T-celrespons op orthopokkenvirus-specifieke peptiden dan deelnemers uit het PI-cohort. De bevindingen van de twee deelnemers in het Vax-cohort die geen serologische response vertoonden maar wel een krachtige cellulaire respons hadden is in lijn met bevindingen van andere onderzoeksgroepen die aantonen dat orthopokkenvirus CD4 responsen tegen orthopokkenvirus een piek bereiken 12 maanden na vaccinatie, wat het moment is waarop de bemonstering van deze studie plaatsvond. Deze bevindingen benadrukken het belang van het monitoren van hoe deze reacties aanhouden bij mensen met hiv. Dit werk is vooral relevant voor een immunocompetent, viraal onderdrukt cohort zonder aanwijzingen voor immuun activatie.
Referenties
Tekst: Anniek Zaalberg