Nationaal actieplan tegen antimicrobiële resistentie moet ‘stille pandemie’ het hoofd bieden

mei 2024 Preventie Willem van Altena

‘De stille pandemie’. Zo wordt de toenemende resistentie van micro-organismen tegen antibiotica wel omschreven. Steeds vaker komt het voor dat mensen een infectie oplopen dankzij een bacterie, een schimmel of een gist die niet of nauwelijks met de gangbare medicijnen te behandelen is. Wereldwijd sterven er meer en meer mensen aan een onbehandelbare infectie, en toch is er weinig tot geen media- aandacht voor dit probleem. Reden voor de Nederlandse overheid om het Nationale Actieplan Antimicrobiële Resistentie 2024-2030 in het leven te roepen.

Dit actieplan is een gezamenlijke inzet van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Want antimicrobiële resistentie heeft niet alleen te maken met de volksgezondheid, maar bijvoorbeeld ook met de staat van het water en de gezondheid van dieren en gewassen.

Het plan bouwt voort op bestaand beleid en legt extra nadruk op 3 nieuwe thema’s:

  • het versterken van de samenwerking tussen landen,
  • het verbreden van de focus van antibiotica naar antimicrobiële middelen,
  • meer aandacht voor plantgezondheid en het milieu.

Terughoudendheid

Nederland is wereldwijd een van de landen waar antibioticaresistentie het minst voorkomt, en dat heeft alles te maken met een traditie van terughoudendheid als het gaat om het voorschrijven van antibiotica. Toch is waakzaamheid geboden, omdat micro-organismen zich niets aantrekken van landsgrenzen.

Demissionair minister Pia Dijkstra: “Ook al staat ons land er relatief goed voor, het is belangrijk verder te kijken dan onze eigen grenzen. We hebben in de coronapandemie gezien hoe razendsnel infecties zich kunnen verspreiden door internationaal reizigersverkeer en onze prominente positie als handelsland. Daarnaast heeft klimaatverandering een wereldwijde impact en kan deze bijdragen aan een toename in antimicrobiële resistentie. In combinatie met het achterblijven van de ontwikkeling van nieuwe antibiotica, is dat echt een wake-up call om intensief samen te blijven werken met andere landen en actief te blijven zoeken naar oplossingen.”

Grensoverschrijdend

Antimicrobiële resistentie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid wereldwijd en is door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als een van de belangrijkste grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen genoemd. Er sterven jaarlijks meer dan 700.000 mensen wereldwijd als direct gevolg van antimicrobiële resistentie. De strijd tegen deze resistentie moet daarom bovenaan de wereldwijde volksgezondheidsagenda blijven staan.

Te veel en onjuist gebruik van antibiotica bij mens en dier, en in gewasbeschermingsmiddelen en de industrie, zorgt daarnaast onnodig voor resistentie. Een extra zorgwekkend signaal is dat resistentie tegen belangrijke antimicrobiële middelen op dit moment sneller toeneemt dan dat nieuwe middelen ontwikkeld worden.

Het Actieplan is erop gericht om  voor de lange termijn negatieve effecten van resistente micro-organismen voor mensen, dieren en planten (in Nederland, maar ook internationaal) zoveel mogelijk tegen te gaan. Nederland heeft in deze aanpak – dit wordt de One Health-aanpak genoemd –  wereldwijd een belangrijke positie. Zo heeft de Nederlandse veehouderij, in de periode van 2009 tot 2021, het gebruik van antibiotica met ongeveer 77 procent verminderd.

Nieuwe WHO lijst

Het Nederlandse nieuws komt kort nadat de WHO een nieuwe lijst heeft uitgebracht met de resistente bacteriën die momenteel de grootste bedreiging voor de volksgezondheid opleveren. De Bacterial Priority Pathogens List (BPPL) 2024 is een update van de vorige versie die uit 2017 dateert, en het blijkt dat er nogal wat veranderd is op de lijst. De BPPL omvat 15 types antibioticaresistente bacteriën. Daarvan gelden er 4 als kritiek, waaraan de hoogste prioriteit gegeven moet worden. Deze microben blijken zelfs in staat te zijn om de krachtigste antibiotica, zoals carbapenem, te overleven.

Het gaat om:

  • Acinetobacter baumannii (carbapenem-resistent)
  • Enterobacteralen (resistent tegen derde generatie cefalosporine)
  • Enterobacteralen, carbapenem-resistent;
  • Mycobacterium tuberculosis, rifampicin-resistent.  

Onder de microben die door de WHO als hoogrisico worden aangegeven bevinden zich onder meer bekende boosdoeners als Staphylococcus aureus, Neisseria gonorrhoeae, Salmonella en Pseudomonas.

Bronnen

Persbericht RIjksoverheid

Dossier antimicrobiële resistentie van de WHO