Een recent onderzoek uit Noorwegen laat zien dat de lucht in kinderdagverblijven vaak een alarmerend hoog gehalte aan schimmels en gisten bevat. En die brengen een verhoogd risico op allergieen en astma met zich mee bij jonge kinderen. De studieresultaten verschenen onlangs in wetenschappelijk vakblad Applied and Environmental Microbiology.
Een team wetenschappers van de universiteit van Oslo onder leiding van dr. Eva Lena Estensmo, besloot om nader onderzoek te doen naar het mycobioom binnenshuis, de schimmels en gistdeeltjes die in de atmosfeer aanwezig zijn. Mogelijk zou daar een verklaring te vinden kunnen zijn voor de snel stijgende incidentie van astma en allergieën bij Noorse kinderen.
“Schimmelgroei kan tot een verslechtering van de luchtkwaliteit binnenshuis leiden”, legt Estensmo uit. “En van bepaalde schimmels is bekend dat ze allergische reacties en luchtwegaandoeningen teweeg kunnen brengen.”
Voor hun onderzoek analyseerden de wetenschappers de luchtkwaliteit binnenin en in de nabije omgeving van 125 kinderdagverblijven verspreid over heel Noorwegen. Stof werd daartoe verzameld van de binnenkant en buitenkant van deuren en raamkozijnen. Ook werden diverse variabelen in kaart gebracht, zoals het aantal aanwezige kinderen, hun leeftijd, het type gebouw, gebruikte bouwmaterialen, bouwjaar, soort ventilatie en of er in het verleden schimmel was aangetroffen. Ook omgevingsfactoren werden meegenomen, zoals temperatuur en luchtvochtigheidsgraad, en de geografische ligging van de centra.
De onderzoekers waren vooral verrast een grote diversiteit aan gistsoorten tegen te komen. “Vele daarvan kunnen mogelijk met het menselijk lichaam geassocieerd worden”, denkt Estensmo. “We weten nog niet of de gisten specifiek samenhangen met kinderen, maar er zijn signalen die erop wijzen dat er in kinderdagverblijven veel meer gist in de atmosfeer aanwezig is dan in andere binnenruimten.”
“Kinderdagverblijven zijn ruimtes waar vaak veel mensen samenkomen en waarin veel activiteiten plaatsvinden. Dat maakt ze tot interessante omgevingen om te bestuderen als het gaat om het mycobioom binnenshuis en de menselijke invloed daarop. Dat mensen invloed uitoefenen op het indoor microbioom, dus de bacteriehuishouding, is inmiddels welbekend. Maar naar het mycobioom is nog niet veel onderzoek gedaan.”
De auteurs denken dat kinderen vaak organisch materiaal, zoals aarde, vanuit de natuur naar binnen brengen. In die aarde kunnen ook schimmeldeeltjes zitten. Eerder onderzoek had al uitgewezen dat de concentratie schimmels in de lucht van kinderdagverblijven beduidend hoger is dan in woningen. Dat heeft mogelijk te maken met het grote aantal kinderen dat vanuit diverse plaatsen naar het kinderdagverblijf komt.
Noorwegen is een zeer uitgestrekt land, en het zou voor de wetenschappers onmogelijk zijn geweest om zelf alle 125 kinderdagcentra te bezoeken. De onderzoekers maakten daarom gebruik van ‘burgerwetenschappers’, mensen die met toegestuurde materialen stofmonsters verzamelden van de binnen- en buitenkant van deurkozijnen in heel Noorwegen. Deze mensen vulden ook vragenlijsten in over aantal en leeftijd van de kinderen, en gaven informatie over het gebouw en de karakteristieken ervan.
Referentie