ODYSSEY: verlengde follow-up bevestigt superieure werkzaamheid van dolutegravir bij kinderen

maart 2024 CROI 2024 Marleen Huijsmans

In de ODYSSEY-studie werden eerste- en tweedelijnsbehandelingen met antiretrovirale therapie (ART) gebaseerd op dolutegravir vergeleken met standaardzorg bij kinderen en jongeren die leven met hiv. Eerder was na een periode van 96 weken al de superieure werkzaamheid van dolutegravir plus twee NRTI’s aangetoond ten opzichte van standaardzorg bij kinderen die eerstelijns of tweedelijns ART kregen.1 Tijdens CROI 2024 werden door Hilda Mujuru, MSc (University of Zimbabwe, Harare, Zimbabwe) de resultaten gepresenteerd van de effectiviteit en veiligheid van dolutegravir na een follow-upduur van meer dan 3 jaar.2

De hoofdstudie van ODYSSEY omvatte meer dan 700 kinderen uit Uganda, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Thailand, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Portugal. Kinderen werden in de studie gedurende ten minste 96 weken gevolgd. In de standaardzorggroep kreeg het merendeel van de kinderen op eerstelijns ART een op efavirenz-gebaseerde ART-behandeling (92%), en de meesten op tweedelijns kregen een op lopinavir/ritonavir (72%) of atazanavir/ritonavir (25%) gebaseerde ART-behandeling. In de huidige verlengde follow-upstudie van langer dan 3 jaar in Afrika en Thailand stapten kinderen van de standaardbehandeling over op dolutegravir volgens de nationale richtlijnen.

Studieopzet

De ODDYSSEY-studie was een gerandomiseerde, open-label, noninferioriteit-studie waarin drievoudige ART gebaseerd op de hiv-integraseremmer dolutegravir vergeleken werd met standaardzorg (niet-dolutegravir-gebaseerde ART) bij kinderen en adolescenten die aan een eerstelijns- of tweedelijns-ART begonnen. Het primaire eindpunt was het percentage deelnemers met virologisch of klinisch falen van de behandeling na 96 weken. Daarnaast werd de virologische onderdrukking onderzocht bij deelnemers uit de standaardzorggroep, die overstapten naar dolutegravir en werd de veiligheid van de behandeling beoordeeld. In de huidige studie werd de follow-upduur verlengd naar 192 weken.

Resultaten

In totaal werden 792 kinderen gerandomiseerd. Een eerstelijnsbehandeling werd geïnitieerd bij 383 kinderen en 409 kinderen kregen een tweedelijnsbehandeling. In totaal kregen 392 van hen dolutegravir en 400 de standaardbehandeling (‘standard of care’, SOC). De deelnemers hadden een mediane leeftijd van 11,4 jaar (bereik: 0,1-18) en een gewicht van 29 kg (bereik: 3,4-85). Na het afronden van de hoofdstudie werd van 683 kinderen (349 dolutegravir en 334 SOC) toestemming verkregen voor deelname aan de verlengde follow-upstudie. De mediane follow-upduur was 5,5 jaar (286 weken; IQR: 234-310). Na 192 weken was 13% van de SOC-groep overgestapt op dolutegravir en dit nam toe tot 42% in week 240.

Na 192 weken was falen van de behandeling  geconstateerd bij 76 (20%) kinderen in de dolutegravirgroep versus 129 (34%) kinderen in de SOC-groep (verschil [95%-BI]: -13,3% [-19,2 – -6,5]). De resultaten waren vergelijkbaar ten aanzien van de eerstelijns- en tweedelijnsbehandeling.

Aan het einde van de follow-upperiode waren 309 kinderen uit de SOC-groep overgestapt op dolutegravir. Dit betrof 77% van de gerandomiseerde deelnemers  en 99% van degenen die de verlengde follow-up hadden voltooid. Van de kinderen in de dolutegravirgroep bleven er 297 (95%) op deze behandeling. Vrijwel alle kinderen (90%) die overstapten naar dolutegravir waren virologisch onderdrukt na het overstappen. Dit gold ook voor de meeste deelnemers (29/35; 83%) die voor de overstap een virale lading van ≥400 cellen/ml hadden.

In de periode tot aan week 192 was het percentage kinderen dat een ongewenst voorval kreeg in de dolutegravirgroep en SOC-groep nagenoeg gelijk (11 vs. 15%; p=0,46). Er waren 11 kinderen overleden (4 dolutegravir; 7 SOC) en 18 kinderen hadden een nieuwe of herhaalde WHO4- of ernstig WHO3-voorval ervaren (9 dolutegravir; 9 SOC).

Conclusie

De verlengde follow-up van de ODDYSSEY-studie heeft aangetoond dat de superieure werkzaamheid van op dolutegravir-gebaseerde ART ten opzichte van standaardbehandeling stand hield tot 192 weken bij kinderen die met eerstelijns of tweedelijns ART begonnen. Op basis van de uitkomsten wordt geschat dat voor elke acht kinderen die met dolutegravir versus alternatieve ART worden behandeld, één geval van een falende behandeling kan worden voorkomen.

Referenties

  1. Turkova A, White E, Mujuru HA, et al. Dolutegravir as First- or Second-Line Treatment for HIV-1 Infection in Children. New England Journal of Medicine 2021;385:2531-2543.
  2. Mujuru H, et al. ODYSSEY 192-Week Follow-Up Evidences Superior Efficacy of DTG for children on First/Second-Line ART. Gepresenteerd tijdens CROI 2024; abstract 186.