In de EZI-PrEP-studie werd onderzocht of het verminderen van het aantal controlebezoeken bij PrEP-gebruik de belasting voor gebruikers en zorgverleners kan verlichten, zonder daarmee de therapietrouw te verlagen. Tijdens AIDS 2024 presenteerde Marije Groot Bruinderink (GGD Amsterdam) de uitkomsten van de voorlopige analyse van de resultaten van dit onderzoek, waaruit bleek dat het verminderen van het aantal bezoeken niet leidt tot meer positieve soa-testen.
Orale PrEP is sinds 2017 beschikbaar in Nederland voor de preventie van hiv. Er vinden momenteel standaard elke 3 maanden PrEP-controlebezoeken plaats. Dit is vaak een last voor PrEP-gebruikers en dit gaat gepaard met hoge kosten. Bovendien kan overbehandeling leiden tot antimicrobiële resistentie. De EZI-PrEP-studie werd uitgevoerd om te onderzoeken of minder controlebezoeken invloed heeft op het aantal positieve soa-testen. De EZI-PrEP-studie was een initiatief van de GGD Amsterdam, GGD Rotterdam-Rijnmond, GGD Haaglanden , GGD Gelderland-Zuid en Soa Aids Nederland. De studie werd in 2021 opgezet met als doel om de toegang tot PrEP in Nederland te verbeteren en heeft een looptijd van maximaal 28 maanden.
EZI-PrEP is een gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin de non-inferioriteit van 6-maandelijkse versus 3-maandelijkse PrEP-controlebezoeken onderzocht werd onder volwassen mannen die seks hebben met mannen in Nederland. Tijdens het controlebezoek werd een soa-screening uitgevoerd. Tussen de controleafspraken door bestond de mogelijkheid om optionele gratis soa-tests af te nemen.
De voorlopige analyse omvat gegevens van deelnemers met meer dan één PrEP-follow-up bezoek in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Nijmegen tot september 2023. Belangrijke uitkomstmaten waren het verschil tussen de 3-maandelijkse en 6-maandelijkse montoringgroepen in:
In totaal werden 448 deelnemers geïncludeerd in de studie. Van het werden er 223 gerandomiseerd naar de 6-maandelijkse groep en 225 naar de 3-maandelijkse groep. Gezamenlijk leverden de deelnemers 560 persoonsjaren aan follow-upduur op.
In de 6-maandelijkse groep was het totale aantal bezoeken lager dan in de 3-maandelijkse groep (bezoekratio [95%-BI]: 0,68: 0,62-0,74). De deelnemers in de 6-maandelijkse groep hadden vaker aanvullende soa-gerelateerde bezoeken dan de 3-maandelijkse groep (bezoekratio [95%-BI]: 1,78 [1,46-2,18]). Er werd geen verschil gevonden in het aantal positieve soa-testen tussen de beide groepen (6-maandelijkse groep: 29,1% versus 3-maandelijkse groep: 25,6%; p=0,11). Het aandeel van aanvullende soa-gerelateerde bezoeken zonder soa-symptomen of partnerwaarschuwing verschilde niet significant tussen de groepen.
EZI-PrEP was een gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin de non-inferioriteit van 6-maandelijkse versus 3-maandelijkse PrEP-controlebezoeken onderzocht werd onder mannen die seks hebben met mannen. In vergelijking met PrEP-gebruikers die elke 3 maanden werden gecontroleerd, hadden PrEP-gebruikers die elke 6 maanden werden gecontroleerd vaker aanvullende soa-gerelateerde bezoeken, maar hadden ze in totaal minder bezoeken. Het aantal positieve soa-tests verschilde niet tussen de groepen. Deze voorlopige bevindingen suggereren dat het implementeren van 6-maandelijkse PrEP-monitoring als standaardzorg het totale aantal bezoeken zou kunnen verminderen zonder te leiden tot meer positieve soa-testen, wat gunstig kan zijn voor de kosteneffectiviteit van de zorg en de belasting van de gebruiker.
Referentie
Groot Bruinderink ML, et al. STI testing rates among PrEP users randomized to 3-monthly (standard of care) or 6-monthly monitoring within the EZI-PrEP trial, the Netherlands: preliminary results. Gepresenteerd tijdens AIDS 2024; abstract OAE3902.
Naar boven
