Het respiratoir syncytieel virus (RSV) kan ernstige respiratoire aandoeningen veroorzaken bij ouderen met een cardiorespiratoire aandoening, zoals COPD of hartfalen. Onlangs heeft de Europese Commissie het eerste RSV-vaccin voor ouderen goedgekeurd op basis van resultaten van de AReSVi-006-studie. Tijdens ERS 2023 werden de uitkomsten van deze fase III-studie gepresenteerd voor een subgroep van ouderen met een cardiorespiratoire aandoening.
Eerder toonde de AReSVi-006-studie een werkzaamheid van het RSVPreF3 OA-vaccin tegen een RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoening van 92,1% en tegen een eerste episode van een RSV-gerelateerde acute luchtweginfectie van 88,1%. Een van de secundaire doelen van het onderzoek was om de werkzaamheid van het vaccin te bepalen bij deelnemers met een cardiorespiratoire aandoening (COPD, astma, een chronische respiratoire of pulmonale aandoening, of chronisch hartfalen), waarvan bekend is dat deze gerelateerd is aan een verhoogd risico op ernstige RSV-gerelateerde ziekte.
AReSVi-006 is een lopende, internationale, placebogecontroleerde, gerandomiseerde fase III-studie die in mei 2021 is gestart. Volwassenen ≥60 jaar werden 1:1 gerandomiseerd tussen 1 dosis van het RSVPreF3 OA-vaccin of placebo vóór aanvang van het RSV-seizoen. De primaire uitkomstmaat was het optreden van een eerste episode van een RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoening, gedefinieerd als ten minste 2 symptomen of tekenen van een lage-luchtwegaandoening (waaronder minimaal 1 teken) of ten minste 3 symptomen van een lage-luchtwegaandoening die minimaal 24 uur aanhielden. De aanwezigheid van een lage-luchtwegaandoening werd vastgesteld met ‘reverse-transcriptase’-PCR. Ook werd de werkzaamheid van het vaccin tegen een eerste episode van een RSV-gerelateerde acute luchtweginfectie onderzocht. De gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op gegevens die beschikbaar waren in april 2022, aan het einde van het eerste RSV-seizoen op het noordelijk halfrond. De mediane follow-upduur bedroeg 6,7 maanden.
In totaal kregen 24.966 deelnemers 1 dosis van het vaccin (n=12.467) of de placebo (n=12.499), van wie respectievelijk 20,0 en 19,4% ≥1 cardiorespiratoire aandoeningen had. Bij patiënten met ≥1 cardiorespiratoire aandoeningen was de werkzaamheid van het vaccin tegen het optreden van een eerste episode van een RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoening 92,1% en tegen het optreden van een eerste episode van een RSV-gerelateerde acute luchtweginfectie 88,1%.
Uit deze lopende fase III-studie (AReSVi-006) blijkt dat het RSVPreF3 OA-vaccin werkzaam is tegen RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen en RSV-gerelateerde acute luchtweginfecties bij 60-plussers met een cardiorespiratoire aandoening. Deze populatie heeft mogelijk het meeste baat bij het RSV-vaccin.
Referentie
Papi A, et al. Efficacy of a respiratory syncytial virus (RSV) prefusion F protein vaccine (RSVPreF3 OA) in older adults with co-existing cardiorespiratory conditions. Gepresenteerd tijdens ERS 2023; abstract 4859.