Veranderingen in gewicht en vet na overstap naar doravirine/islatravir bij hiv-1

juli 2023 IAS 2023 Niels Elbert
prof. dr. Grace McComsey

Sommige componenten van antiretrovirale therapieën zijn gerelateerd aan een gewichtstoename, met of zonder toename van viscerale vetstapeling of verlies van perifeer vet. Het is echter niet geheel duidelijk in hoeverre de overstap van antiretrovirale therapieën naar de combinatiebehandeling met de ‘non-nucleoside reverse-transcriptase inhibitor’ doravirine en de ‘nucleoside reverse transcriptase translocation inhibitor’ islatravir invloed heeft op lichaamsgewicht en lichaamsvet. Dit werd onderzocht met behulp van gegevens uit de P017- en P018-studie. Tijdens de IAS-conferentie in 2023 werden de uitkomsten van dit onderzoek gepresenteerd door prof. dr. Grace McComsey (Case Western Reserve University, Cleveland, VS).

Islatravir is een ‘non-nucleoside reverse-transcriptase inhibitor’ (NRTTI) die in vitro een hoge activiteit laat zien bij hiv-varianten die resistent zijn tegen ‘nucleoside reverse transcriptase inhibitors’ (NRTI’s), met een minimaal risico op geneesmiddeleninteracties en zonder dieetrestricties. Het werkingsmechanisme en resistentieprofiel van islatravir zijn complementair aan die van doravirine, een ‘nucleoside reverse transcriptase translocation inhibitor’ (NNRTI) die is goedgekeurd voor de behandeling van een hiv-1-infectie. Eerder is uit de P017- en P018-studie gebleken dat bij virologisch onderdrukte volwassenen met een hiv-1-infectie de overstap van antiretrovirale therapieën (ART’s) of behandeling met bictegravir/emtricitabine/tenofoviralafenamide (B/F/TAF) naar behandeling met doravirine/islatravir over het algemeen goed wordt verdragen en niet inferieur is aan het continueren van ART of een behandeling met B/F/TAF wat betreft het behoud van de virologische onderdrukking gedurende een behandelperiode van 48 weken.

Studieopzet

De onderzoekers gebruikten gegevens uit twee gerandomiseerde fase III-studies (P017 en P018) om na te gaan in hoeverre veranderingen in lichaamsgewicht en lichaamsvet – specifiek perifeer vet en rompvet – waren opgetreden in de 48 weken nadat deelnemers waren overgestapt van ART (P017) of behandeling met B/F/TAF (P018) naar behandeling met doravirine/islatravir (100/0,75 mg eenmaal per dag). Alleen volwassenen met een hiv-1-infectie die behandeld werden met ART bestaande uit 2 of 3 geneesmiddelen en bij wie sprake was van stabiele virologische onderdrukking – dat wil zeggen: hiv-1-RNA <50 kopieën/ml plasma – gedurende ≥3 maanden kwamen in aanmerking voor deelname. Het lichaamsgewicht werd gemeten op baseline (dag 1) en na 48 weken (± 7 dagen). Perifeer vet en rompvet werden gemeten met behulp van DEXA-onderzoek op baseline (binnen 30 dagen na dag 1) en na 48 weken (± 14 dagen); de scans werden centraal beoordeeld. De uitkomstmaten waren de gemiddelde verschillen in lichaamsgewicht, perifeer vet en rompvet tussen baseline en 48 weken.

Resultaten

In totaal maakten 658 deelnemers de overstap naar een behandeling met doravirine/islatravir en werd bij respectievelijk 336 en 319 deelnemers ART of behandeling met B/F/TAF gecontinueerd. Bij aanvang van de studies hadden deelnemers die proteaseremmergebaseerde ART kregen het hoogste mediane gewicht en deelnemers die NNRTI-gebaseerde ART kregen het laagste mediane gewicht. In de P017-studie hadden deelnemers die de overstap hadden gemaakt naar behandeling met doravirine/islatravir een statistisch significant hogere gemiddelde gewichtstoename na 48 weken dan deelnemers bij wie proteaseremmer-gebaseerde ART (gemiddeld verschil: 1,81 versus 0,12 kg) of NNRTI-gebaseerde ART (gemiddeld verschil: 2,49 versus. 0,38 kg) gecontinueerd werd; dit gold echter alleen voor deelnemers bij wie de ART efravirenz en/of tenofovirdisoproxil bevatte. Er was geen verschil in de gemiddelde gewichtstoename tussen deelnemers die de overstap hadden gemaakt naar behandeling met doravirine/islatravir en deelnemers bij wie integraseremmergebaseerde ART gecontinueerd werd (gemiddeld verschil: 0,66 versus 0,10 kg). In de P018-studie hadden deelnemers die de overstap hadden gemaakt naar een behandeling met doravirine/islatravir en deelnemers bij wie de behandeling met B/F/TAF gecontinueerd werd een vergelijkbare gemiddelde gewichtstoename na 48 weken (gemiddeld verschil: 0,23 versus 0,55 kg).

Verder hadden deelnemers die in de P017-studie de overstap hadden gemaakt naar behandeling met doravirine/islatravir een statistisch significant hogere toename van perifeer vet (gemiddeld verschil: 325,8 versus -80,5 g) en rompvet (gemiddeld verschil: 406,7 versus -19,3 g) na 48 weken, vergeleken met deelnemers bij wie ART gecontinueerd werd; dit gold echter opnieuw alleen voor deelnemers bij wie de ART efravirenz en/of tenofovirdisoproxil bevatte. In de P018-studie waren de gemiddelde verschillen in perifeer vet (19,0 versus 26,6 g) en rompvet (-13,9 versus 85,0 g) vergelijkbaar tussen deelnemers die de overstap hadden gemaakt naar behandeling met doravirine/islatravir en deelnemers bij wie behandeling met B/F/TAF gecontinueerd werd.

Conclusie

Uit deze analyse van gegevens uit twee gerandomiseerde fase III-studie (P017 en P018) blijkt dat veranderingen in lichaamsgewicht, perifeer vet en rompvet na de overstap naar behandeling met doravirine/islatravir niet anders zijn dan wanneer ART of behandeling met B/F/TAF gecontinueerd wordt bij volwassenen met een hiv-1-infectie, tenzij de ART efravirenz en/of tenofovirdisoproxil bevat.

Referentie

McComsey GA, et al. Weight and body composition after switch to doravirine/islatravir (DOR/ISL) 100/0.75 mg once daily: week 48 results from 2 randomized active-controlled phase 3 trials, MK8591A-017 (P017) and MK8591A-018 (P018). Gepresenteerd tijdens IAS 2023; abstract 883.